Door die eigenschap heb ik ze ook elders kunnen zetten. Ik heb aan de Oostkant van mijn woning een kleine pruimentuin. Er staan 9 pruimebomen in 5 rassen. Elders staat nog 1 boom van een 6e ras. Pruimen heb ik dus genoeg. Onder en naast die bomen houd ik de grond kaal, behalve in het voorjaar. Dan moet er een zee van bloemen zijn. Het is ongeveer 200 m2 en ik ben een aantal jaren geleden begonnen met zaaien. Het zaad win ik van de Zuidrand van mijn woning. De bedoeling is, dat het een mix wordt van aconieten, anemone blanda, botanische krokus en kievitsbloem. Het is al aardig gelukt. De helft is al ingezaaid en bloeit volop. Al die soorten laten zich heel gemakkelijk zaaien, ook de kievitsbloem. Voor alle geldt dat circa 3 jaar nodig is om een bloeibaar bolletje te verkrijgen.
De eerste die bloeien, naast enkele sneeuwklokjes, zijn de winteraconieten: een leuk geel bloempje dat veel koude kan verdragen. Dat geldt overigens ook voor de anemonen en krokussen. Na de aconieten komen de botanische krokussen. Die bloeien heel rijk, vermeerderen zich sterk en lopen niet terug in kwaliteit, zoals de gekweekte vormen doen.
Het is een prachtig en zeer dankbaar plantje, bovendien een prima nectar- en stuifmeelleverancier.
Door de goede bevruchting in mijn tuin vormen ze veel zaad. Dat zit verpakt in puntige pakketjes op steeltjes. Ik zal er nog wel eens een foto van maken. Als het pakketje rijp is, breekt het stervormig open en het zaad valt in de buurt van de moederplant. Zo krijg je clusters van bolletjes bij elkaar.
De rijkste bloeier is de anemeone blanda. Het is eveneens een zeer goede stuifmeelplant voor de bijen. Ik ben er zeer op gesteld. Ze zijn heel mooi in pasteltinten van witachtig tot lila-paarsblauw, laag bij de grond en trouw: ieder jaar komen er meer. Als het zonnig is, staan de straalbloemen geheel gespreid open. Het is een lust voor het oog.
Na deze soorten komen bij mij de kievitsbloemen, die ik wat kort moet houden, anders staat mijn hele tuin er vol mee. Ik heb de gewone paars-roodbruine met stippen, maar jammergenoeg ook een aantal witte exemplaren. Dat is waarschijnlijk een kweekproduct. Die laatste zijn wel aardig maar minder mooi.
In de ruigte van mijn tuin heb ik wat mannelijke waterwilg staan. Die bloeit iets na de anemonen en zo is er dus op een kritisch tijdstip in het voorjaar steeds dichtbij wat te halen. Daarna komt de vruchtboombloei met als eerste de pruim, daarna de kers, de peer en als laatste de appel. Maar dan bloeit er al veel meer en is de temperatuur wat hoger, zodat verder kan worden gevlogen. De bloei van de kersen is voor mij het sein om te kijken of er honingkamers geplaatst kunnen worden.
Wie ooit onder een bloeiende kersenboom heeft gezeten weet hoe dat klinkt: het is één gonzende massa. Ik heb slechts 1 kersenboom die ongeveer 55 jaar oud is. De boom is hoger dan mijn huis. De kersen zijn merendeels voor de merels en spreeuwen, maar de bl
