Pagina 1 van 2

welke planten deel 1

Geplaatst: do 29 mei 2014, 11:55
door sdewit
Dit jaar heb ik onze bostuin bewust laten verwilderen om onze bijtjes wat rust en stuifmeel te gunnen. Intussen zijn er een aantal planten gegroeid waarvan ik niet weet welke het zijn en of ze waarde hebben voor de bijen. Iemand een idee?

1)
IMG_0203.jpg
IMG_0203.jpg (76.5 KiB) 4448 keer bekeken
2)
IMG_0201.jpg
IMG_0201.jpg (86.21 KiB) 4448 keer bekeken

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: do 29 mei 2014, 12:02
door maartenkleijne
No 1 gele dovenetel is meer een hommel-plant.
no 2 robertskruid wordt wel bevlogen door bijen, zij het niet overdadig.

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: do 29 mei 2014, 12:14
door sdewit
bedankt!!

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: ma 02 jun 2014, 18:46
door Matts Vos
Is dit nou een vuilboom/struik? Afbeelding

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: ma 02 jun 2014, 21:20
door renske
Nee, dit is volgens mij een Cotoneaster, ook een goede bijenplant, maar die is nu al uitgebloeid.

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: ma 02 jun 2014, 21:43
door Matts Vos
He jammer, dan gaat ie thuis de balkonbak in haha

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: di 03 jun 2014, 22:04
door Matts Vos
Vandaag alsnog gevonden, hele bosrand stond vol was niet te missen :) paar stekjes genomen en staan nu in t water :) Afbeelding

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: wo 04 jun 2014, 08:55
door Jelle Van den Berghe
Dit is spork, ook wel vuilboom of sporkehout genoemd.
Een erg goede drachtplant die bovendien zowat de hele zomer bloeit. Er komen immers heel de zomer lang nieuwe bloemetjes tot bloei ook al draagt de plant al bessen.

Bovendien ook een belangrijke waardplant voor verschillende soorten dagvlinders zoals citroenvlinder, boomblauwtje en groentje.

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: wo 04 jun 2014, 09:12
door bee-tree
Matts Vos schreef:Vandaag alsnog gevonden, hele bosrand stond vol was niet te missen :) paar stekjes genomen en staan nu in t water :) Afbeelding
Moi Matts, gelukkig is dit wel Sporkehout (ofwel spijltjeshout voor de korfimker om korven te spijlen).
Deze uitbundig langdurig bloeiende bijenboom Rhamnus frangulus wordt bij mij al wekenlang dusdanig druk bevlogen
dat een buurman dacht dat er een zwerm in zat. Hij zag de bleekgroene bloempjes pas, toen ik hem er met de neus
opdrukte, bij wijze van spreken. Volgens Schotman geeft Vuilboom veel honing, die maar heel langzaam granuleert. Dit in onbruik
rakende woord moet betekenen dat de honing langzaam kristalliseert. Robiniahoning blijft ook lang vloeibaar. Wat een verschil met
koolzaadhoning. Die heeft menig imker 'n punthoofd bezorgd in het huidige voorjaar.
Sporkehout ofwel vuilboom ofwel hondebeerehoning heeft een veel hoger gehalte aan fructose dan koolzaad- en lindehoning.
De laatstgenoemde zijn rijker aan glucose(= druivensuiker). Glucose kristalliseert sneller dan fructose(=vruchtensuiker).

Wees zuinig op jouw rand met Vuilboompjes. Staan ze te veel in de schaduw, dan etioleren de takjes en blaadjes en
bloemsteeltjes. Dat betekent dat ze langer en slapper worden. De lengtegroei(naar het licht toe) verloopt
dan sneller dan de stevigheidsgroei. Jouw gefotografeerd boompje krijgt te weinig licht. Snoei de takken van de eiken enz.
wat terug. Eiken zijn er toch genoeg.
Van de bast van Sporkehout werd vroeger 'n natuurlijk laxeermiddel gemaakt. Wie het ondeskundig gebruikte bevuilde zichzelf;
vandaar de naam Vuilboom. Pas ook op, dat je de rijpe bessen niet aanziet voor die van vlier. 'n Andere buurman van me
is er in het verre verleden doodziek van geworden. Ook verwarring met de kersjes van Amerikaanse vogelkers is mogelijk.
P.S. De vorige foto is van Cotoneaster. De groene bladeren hebben 'n iets andere vorm en glimmen. Zjef

Re: welke planten deel 1

Geplaatst: wo 04 jun 2014, 09:21
door bee-tree
Matts, ik ben vergeten te zeggen dat je Vuilboom niet kunt stekken. Je moet in de herfst kale boompjes oogsten,
en vervolgens in de buurt van jouw bijenstand poten. Ze staan in de buurt van de
moederboom vaak te dicht op elkaar. Die van 50 cm hoogte slaan het beste aan.