Mede: doodeenvoudig, spotgoedkoop, zalig
Geplaatst: do 10 jan 2019, 11:07
Medevrienden!,
Ik begin geloof ik helemaal te snappen hoe je mee maakt. Er zijn miljoenen manieren natuurlijk, maar mijn manier werkt prima in elk geval en is buitengewoon goedkoop bovendien. Ik zal je alles vertellen over mijn heerlijke donkere mee van 2018.
In september haal ik korven leeg en neem ik raten af van mijn lattenkasten. Die pers ik uit. Ik doe de perskoeken in een lap vitrage en die knoop ik dicht als een zak. Dit doe ik een grote pan met water. Ik laat alles flink koken en ik probeer zo veel mogelijk was uit de vitragezak te drukken. Als de was gestold is, dan neem ik die eraf. Ik probeer zo veel mogelijk rommel uit het afgekoelde kookwater te zeven.
Nu ga ik met een soortelijkgewichtmeter bepalen hoeveel suiker in het water zit. Ik voeg nu ook honingrestanten toe, de laatste potjes die ik niet heb kunnen verkopen. Ik voeg gist toe. Voor deze mede heb ik gewoon gist gebruikt van de supermarkt, van die droge broodgist van het merk 'dr. Oetker'. Ik ben een beetje bang dat die gist niet zo sterk is, dus ik maak de most, de honingoplossing, een beetje dun. De most voor deze mede had een soortelijk gewicht van ongeveer 1080. Ik streefde dus naar een alcoholpercentage van ongeveer 10%, als alle suiker volledig zou vergisten, en dat gebeurde, zo te proeven. Tabelletjes hiervoor vind je op het net. Gewoon googelen op 'soortelijk gewicht alcohol' of zo.
Nu laat ik de most met de gist gewoon buiten in de tuin staan, in de grote kookpan, deksel erop. Gebruik gerust geslingerde honing en laat eerst vergisten in een plastic emmer waar je het deksel losjes op legt, of verzin iets anders. Ik bedoel, je zit niet vast aan perskoeken en een grote kookpan, dat had je begrepen.
Als ik merk dat de eerste wilde gisting voorbij is, dan giet ik de mee met een maatbeker in gebruikte suikerkannetjes met een trechter in de gietopening en ik doe er een waterslot op. Daarvoor boor ik een gat in de dop. Ik wil niet dat er lucht langs het waterslot ontsnapt, omdat ik de luchtbelletjes wil zien opstijgen, zodat ik weet of de vergisting nog bezig is, dus ik doe nog wat tape rond het waterslotje. Ik maak de suikerkannetjes niet zo grondig schoon. Ik spoel flink met koud water en dat was het dan. Ik ontsmet dus niet. Suikeresten kunnen gewoon meegisten en wilde gisten mogen gewoon meedoen. Misschien krijgen ze wel helemaal geen kans, omdat de gist van dr. Oetker al lang de baas is en zijn werk gedaan heeft.
Merk op dat er zeer veel vuil en viezigheid op de bodem van de pan is neergeslagen. Dit laat je zo veel mogelijk achter natuurlijk!
Nu zal de mee nog een maandje of zo nagisten. Als de gisting helemaal of bijna helemaal gestopt is, wordt het tijd om de mee te bottelen. Als de mee nog niet helemaal vergist is, dan kan het zijn dat ie gaat nagisten op de fles en dan gaat ie een beetje mousseren. Chic heur!
Koop bijvoorbeeld beugelflessen bij de Ikea, of verzamel oude wijnflessen met een schroefdop, of gebruik een nieuw suikerkannetje, dat je nu wél zeer grondig gaat schoonmaken.
Bij het bottelen is het zaak dat de mee volkomen helder in de fles gaat. Nu moet je er echt naar streven om geen of bijna geen droesem mee te nemen de fles in. Hoe zou je dat kunnen doen zonder ingewikkelde apparatuur?
Ga naar Bert Pranger van 't Ielgat in Amen, Drenthe, en koop een kraantje dat speciaal bedoeld is om op de suikerkannetjes te schroeven. Leg het kannetje voorzichtig plat, kraantje naar onder. Laat het kannetje een paar dagen zo liggen, zodat alle droesem naar de bodem is gezakt, onder het peil van het kraantje. Je hebt het kannetje dus op een praktische plek neergelegd. Als je het nu nog moet verhuizen, dan begint de mee in de kan weer te wervelen en dan kun je weer opnieuw beginnen.
Tap en proef.
Toch is de mee nog niet echt lekker, vind ik. Je zult merken dat ie nog wat flauw en saai smaakt, of een beetje raar, of zelfs vrij onaangenaam. De mee van 2017 (een goed heidehoningjaar!) had zeker een jaar nodig en deze mee is nu in januari al heel behoorlijk, maar ik laat hem liever nog liggen tot ik in september weer de honing van 2019 sta te persen. Laat mee rustig een jaar liggen. Soms gebeuren er wonderen!
Je kunt de mee nog drie maanden of meer in de kan laten zitten en wat smaakmakers 'macereren', inleggen, laten meetrekken. Vandaag heb ik daar in een ander bericht in deze rubriek iets over gezegd: vlierbloesem met citroen, onrijpe walnoten (nadien suiker of honing toevoegen), naalden of onrijpe appels van blauwspar of douglasspar, laurierbladeren, hondsdraf, lindebloesem.
Het wordt tijd om eens een rijke en uitbundige medecultuur op poten te gaan zetten in dit land. Stel je voor, iedere imker medemaker. Wat een smaken! Wat een variatie! Wat een gevaarlijke gezellige verenigingsavonden worden dat!
Met de vriendelijkste groeten,
Bart de Coo
Ik begin geloof ik helemaal te snappen hoe je mee maakt. Er zijn miljoenen manieren natuurlijk, maar mijn manier werkt prima in elk geval en is buitengewoon goedkoop bovendien. Ik zal je alles vertellen over mijn heerlijke donkere mee van 2018.
In september haal ik korven leeg en neem ik raten af van mijn lattenkasten. Die pers ik uit. Ik doe de perskoeken in een lap vitrage en die knoop ik dicht als een zak. Dit doe ik een grote pan met water. Ik laat alles flink koken en ik probeer zo veel mogelijk was uit de vitragezak te drukken. Als de was gestold is, dan neem ik die eraf. Ik probeer zo veel mogelijk rommel uit het afgekoelde kookwater te zeven.
Nu ga ik met een soortelijkgewichtmeter bepalen hoeveel suiker in het water zit. Ik voeg nu ook honingrestanten toe, de laatste potjes die ik niet heb kunnen verkopen. Ik voeg gist toe. Voor deze mede heb ik gewoon gist gebruikt van de supermarkt, van die droge broodgist van het merk 'dr. Oetker'. Ik ben een beetje bang dat die gist niet zo sterk is, dus ik maak de most, de honingoplossing, een beetje dun. De most voor deze mede had een soortelijk gewicht van ongeveer 1080. Ik streefde dus naar een alcoholpercentage van ongeveer 10%, als alle suiker volledig zou vergisten, en dat gebeurde, zo te proeven. Tabelletjes hiervoor vind je op het net. Gewoon googelen op 'soortelijk gewicht alcohol' of zo.
Nu laat ik de most met de gist gewoon buiten in de tuin staan, in de grote kookpan, deksel erop. Gebruik gerust geslingerde honing en laat eerst vergisten in een plastic emmer waar je het deksel losjes op legt, of verzin iets anders. Ik bedoel, je zit niet vast aan perskoeken en een grote kookpan, dat had je begrepen.
Als ik merk dat de eerste wilde gisting voorbij is, dan giet ik de mee met een maatbeker in gebruikte suikerkannetjes met een trechter in de gietopening en ik doe er een waterslot op. Daarvoor boor ik een gat in de dop. Ik wil niet dat er lucht langs het waterslot ontsnapt, omdat ik de luchtbelletjes wil zien opstijgen, zodat ik weet of de vergisting nog bezig is, dus ik doe nog wat tape rond het waterslotje. Ik maak de suikerkannetjes niet zo grondig schoon. Ik spoel flink met koud water en dat was het dan. Ik ontsmet dus niet. Suikeresten kunnen gewoon meegisten en wilde gisten mogen gewoon meedoen. Misschien krijgen ze wel helemaal geen kans, omdat de gist van dr. Oetker al lang de baas is en zijn werk gedaan heeft.
Merk op dat er zeer veel vuil en viezigheid op de bodem van de pan is neergeslagen. Dit laat je zo veel mogelijk achter natuurlijk!
Nu zal de mee nog een maandje of zo nagisten. Als de gisting helemaal of bijna helemaal gestopt is, wordt het tijd om de mee te bottelen. Als de mee nog niet helemaal vergist is, dan kan het zijn dat ie gaat nagisten op de fles en dan gaat ie een beetje mousseren. Chic heur!
Koop bijvoorbeeld beugelflessen bij de Ikea, of verzamel oude wijnflessen met een schroefdop, of gebruik een nieuw suikerkannetje, dat je nu wél zeer grondig gaat schoonmaken.
Bij het bottelen is het zaak dat de mee volkomen helder in de fles gaat. Nu moet je er echt naar streven om geen of bijna geen droesem mee te nemen de fles in. Hoe zou je dat kunnen doen zonder ingewikkelde apparatuur?
Ga naar Bert Pranger van 't Ielgat in Amen, Drenthe, en koop een kraantje dat speciaal bedoeld is om op de suikerkannetjes te schroeven. Leg het kannetje voorzichtig plat, kraantje naar onder. Laat het kannetje een paar dagen zo liggen, zodat alle droesem naar de bodem is gezakt, onder het peil van het kraantje. Je hebt het kannetje dus op een praktische plek neergelegd. Als je het nu nog moet verhuizen, dan begint de mee in de kan weer te wervelen en dan kun je weer opnieuw beginnen.
Tap en proef.
Toch is de mee nog niet echt lekker, vind ik. Je zult merken dat ie nog wat flauw en saai smaakt, of een beetje raar, of zelfs vrij onaangenaam. De mee van 2017 (een goed heidehoningjaar!) had zeker een jaar nodig en deze mee is nu in januari al heel behoorlijk, maar ik laat hem liever nog liggen tot ik in september weer de honing van 2019 sta te persen. Laat mee rustig een jaar liggen. Soms gebeuren er wonderen!
Je kunt de mee nog drie maanden of meer in de kan laten zitten en wat smaakmakers 'macereren', inleggen, laten meetrekken. Vandaag heb ik daar in een ander bericht in deze rubriek iets over gezegd: vlierbloesem met citroen, onrijpe walnoten (nadien suiker of honing toevoegen), naalden of onrijpe appels van blauwspar of douglasspar, laurierbladeren, hondsdraf, lindebloesem.
Het wordt tijd om eens een rijke en uitbundige medecultuur op poten te gaan zetten in dit land. Stel je voor, iedere imker medemaker. Wat een smaken! Wat een variatie! Wat een gevaarlijke gezellige verenigingsavonden worden dat!
Met de vriendelijkste groeten,
Bart de Coo