Het is natuurlijk een puntje waarop je de onderzoekers kan aanvallen. Maar je kunt best conclusies trekken en zelf laten zien wat de zwakte is. Dat is wat deze onderzoekers doen. Ze geven er mee aan dat ze het niet zo waarschijnlijk vinden, die bestuiving buiten de observaties.Tieme schreef: Het onderzoek gaat een beetje mank omdat er volgens de tekst een mogelijkheid is dat er nog bestuiving plaats vond buiten de observaties (vangrondes) om. Huh? Als je zeker wilt zijn, moet je dat in ieder geval uitsluiten. Het kan toch niet zo zijn dat je conclusies trekt, waarbij je ook moet toegeven dat het ook anders kan zijn omdat je niet de hele tijd hebt gekeken..... Dat is net als concluderen dat een appelboom niet bloeit omdat je in de winter nooit bloesem ziet.
Ze hebben immers bij een flink aantal (18) verschillende bedrijven gekeken en nooit iets van een piek gemerkt. Er zijn bij al die bezoeken aan de 18 bedrijven (elk tweemaal), amper honingbijen aangetroffen. Per bedrijf werden 12 transecten van 25 meter afgelopen (in totaal dus 18 maal 2 maal 12 maal 25 meter, is meer dan 10 km!).
De bemonsteringsrondes werden uitgevoerd tijdens de bloei, in principe enkel onder weersomstandigheden waarbij bestuivers uitvliegen. Dus temp boven 15 graden, weinig wind (minder dan 40 km/h), zonnig of hooguit halfbewolkt, en droge vegetatie.
Daarnaast is wel duidelijk een relatie aangetoond tussen het aantal wilde bestuivers en de oogstopbrengst. De onderzoekers zijn gewoon eerlijk in hun verhaal en er is best nog het een en ander te onderzoeken. Wel is duidelijk dat de wilde bestuivers van waarde zijn voor commerciële fruittelers.
Je geeft een voorbeeld over de bloei van de appelboom, dat is wat gechargeerd (om bovenstaande redenen). Wat de onderzoekers doen zou ik meer vergelijken met concluderen dat de perenboom niet in de winter bloeit omdat je weet dat de appelboom dat ook niet doet.
