Bijenhouden.nl

Vanochtend had iemand van ons vlechtcluppie een stuk gereedschap bij zich dat ik nog nooit had gezien. Het is afkomstig uit de watersport. Het wordt gebruikt om splitsingen te maken aan de uiteinden van touwen, als de term 'splitsing' je iets zegt. (Als niet, niet belangrijk) Vandaar dat ik maar de term 'touwsplitssteker' verzin. Misschien heeft het ding wel een echte naam, geen idee. Het behoeft weinig betoog dat deze steker zich perfect leent voor het korfvlechten. Google bijvoorbeeld op 'touwsplitsen gereedschap' en je hebt hem zo te pakken. Als je een watersportzaak in de buurt hebt, die verkopen hem bijna gegarandeerd.

Groet,

Bart

Bart de naam is bijna goed touwsplitter, deze wordt gebruikt voor de scheepvaart om lussen te maken aan de touwen.
Als je een touw neemt en je vlecht dit 20 centimeter los en maak dan een lus van de grote die je wil hebben.
Dan neem je de los gedraaide stukjes en steek de pen op de plaats waar de lus moet beginnen en doe de afgedraaide touwtje er door heen.
doe dit op vollegorde van het touw en vlecht zo terug de lengte van het touw wel mooi mee draaien en telkens doorsteken Bart.
Ga er maar even voor zitten en je zal zien dat het een mooi geheel word en sterk.
Vlecht ze Tinus.

Zo'n "touwsplitssteker" heet MARLPIJKER ,in dit geval zelfs holle marlspijker.
Dit stukje gereedschap wordt gebruikt bij het staaldraadsplitsen.

Volgens mij is het een HOLLE SPLITSPRIEM.

Icemen4 schreef:Volgens mij is het een HOLLE SPLITSPRIEM.

Hallo Icemen4, je citeert waarschijnlijk een naam uit het ANWB Knopenboek met de oorspronkelijke titel "Knots".
Lijkt mij engels ik ken het boek niet maar denk met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat in dat werkje de term "splicepricker"heeft gestaan.
Letterlijk vertaald krijg je dan inderdaad splispriem. Slordig van de vertaler, hij had de moeite moeten nemen dit te toetsen met het Nederlandse zeilvaart idioom.

Mijn bronnen:
SCHIEMANSWERK, door J.H.Coolhaas, KLTZ der Koninklijke Marine b.d., uitgave ANWB

ZEEMANSTAAL, door schipper J.F.Viëtor, ook een KLTZ der Koninklijke Marine b.d. (misschien wel Commandeur) en Commandeur van de Pollux.

De laatste voegt nog toe: marlspijker, een kleinere marlpriem gebruikt bij het splitsen van dunner touw en staaldraad.

Leuk gezegde:
Zo vet als een marlspijker: een bijzonder mager iemand

Ja das een erg mooie steker. Komt inderdaad uit de scheep-zeilvaart.
Hier onder een paar foto's van iets uit de recreatiewereld; een tentharing.
De haring is ook een beetje rond aan de voorkant en is ook haaks omgezet net als de touwpriem/marlspijker.
Zoals je ziet had ik wel 4 verschillende haringen met allemaal verschillende breedtes om uit te kiezen met stompere en soms scherpere punten. De meest scherpe bevalt mij het beste en ga die ik nog iets scherper slijpen.
Kom ik bij Hornbach dan neem ik alsnog natuurlijk die Marlspijker mee.

Leuk stuk gereedschap!

En grappig hoe hier soms dingen uit de oude doos weer omhoog komen.


Echter de correcte naam is volgens de uiterst fascinerende binnenvaarttaal website: Splitshoorn.


Zie voor allerlei scheepvaart gerelateerd touw gereedschap (o.a. marlpriem, splitsijzer, marlspijker en splitshoorn):

https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaar ... ereedschap


De volgende beschrijvingen zijn overgenomen van de binnenvaarttaal website:

Splitshoorn:
toelopend, gootvormig, stuk gereedschap dat bij het splitsen gebruikt wordt. Vroeger inderdaad een stuk hoorn, dat in de lengterichting in tweeën gezaagd en daarna uitgehold werd. Tegenwoordig is het een stuk roestvrijstaal, dat rond gebogen en van een 'handvat' voorzien is.

Splitsijzer, Marlspijker:
spits toelopend stuk staal met afgeronde platte punt en een dwarsgreep. Soms ook marlspijker genoemd. Het splitsijzer wordt onder andere gebruikt bij het splitsen van staaldraad.

Marlpriem, Marlpen:

1. houten priem met een afgeronde platte punt, o.a. gebruikt voor het splitsen van touw, vooral wanneer dat van natuurlijke vezels gemaakt is. Soms verward met de fit. Volgens Nicolaas Witsen vroeger ook teers genoemd.
2. stalen priem met een afgeronde platte punt en houten handvat, o.a. gebruikt voor het splitsen van touw en staaldraad. Soms verward met de marlspijker.
3. foutieve benaming voor splitshoorn, marlspijker of splitsijzer.
4. oorspronkelijk scheen de term gebruikt te worden voor de naald die bij het aanzetten van het onderste lijkentouw aan een razeil gebruikt werd.

Dus de juiste benaming is splitshoorn maar de benamingen worden nogal door elkaar gegooid.

En mocht je het willen kopen dan kan het geen kwaad ook op de andere termen te zoeken. Zo heb ik de splitshoorn op een website waar je touw en touw gereedschap kunt bestellen ook zien staan als "marlpriem, splitsijzer".

Vriendelijke groet, Patrick


PS: Gereedschap beschrijvingen en foto's zijn overgenomen van de binnenvaarttaal website. Toestemming is gevraagd via email en verleend door Pieter Klein.