De Pseudoschorpioen

Onderwerpen als varroa, Amerikaans vuilbroed en secundaire infecties bij bijen.
Gebruikersavatar
Harmen vd Ende
Berichten:258
Lid geworden op:za 04 jan 2003, 23:48
Locatie:Netherlands
Contacteer:
Re: De Pseudoschorpioen

Bericht door Harmen vd Ende » do 23 jun 2005, 22:49

Hallo Thomas,

Ik heb van Piet de pseudo schorpionen aangeschaft, nu anderhalve maand geleden, en ik ben nu intensief aan het kijken hoe het met mijn varroa gaat lopen, ik ga dit gewoon objectief bekijken, op het moment heb ik praktisch geen varroa in de volken waar ik de schorpioenen in heb laten lopen, wat ik wel constateer is dat er lege varroa schilletje op de varroa lade liggen. ik moet wel eerlijk zeggen dat ik in het voorjaar ook eerst de darreraatmethode heb toegepast (zie ander onderwerp, maar ik zal het verloop van de tellingen bijhouden en doorgeven aan het forum.

Groeten harmen

Hennie Peters
Berichten:965
Lid geworden op:ma 26 aug 2002, 14:35
Locatie:Nederland
Contacteer:

Re: De Pseudoschorpioen

Bericht door Hennie Peters » di 05 jul 2005, 17:13

Piet,

In mei kreeg ik deze literatuurlijst toegestuurd door Elizabeth Kassimatis uit Zuid Afrika.
Het lijkt me wel iets voor een regenachtige zondagmiddag :-)

groet,
Hennie

REFERENCES

ALFONSUS, A. 1922. An enemy of the mites in the beehive. Bee World 4: 2-3.

ALLSOPP, M. H., GOVAN, V. & DAVISON, S. 1997. Bee health report: Varroa in South Africa. Bee World 78: 171-174.

ALLSOPP, M. H., KASSIMATIS, E. J., SWART, D. J. & DIPPENAAR-SCHOEMAN, A. S. 2003. No evidence that pseudoscorpions are controlling varroa mites in South African honeybee colonies. South African Bee Journal 75: 61-66.

ALLSOPP, M. H. 2004. Cape honeybee (Apis mellifera capensis Eschscholtz) and Varroa mite (Varroa destructor Anderson & Trueman) threats to honeybees and beekeeping in Africa. International Journal of Tropical Insect Science 24: 87-94.

ANDERSON, D. L. & TRUEMAN, J. W. H. 2000. Varroa jacobsoni (Acari: Varroidae) is more than one species. Experimental & Applied Acarology 24: 165-189.

BALL, B. V. 1993. The damaging effects of Varroa jacobsoni infestation (pp. 9-16). In MATHESON, A. (ed). Living with Varroa. International Bee Research Association, Cardiff, ii+58 pp.

BEIER, M. 1932. Zur Kenntnis der Cheliferidae (Pseudoscorpionidea). Zoologischer Anzeiger 100: 53-67.

BEIER, M. 1935. Four new tropical Pseudoscorpionidea. Annals & Magazine of Natural History, Series 10 15: 484-489.

BEIER, M. 1948. Phoresie und Phagophilie bei Pseudoscorpion. Osterreichische Zoologische Zeitschrift 1: 441-497.

BEIER, M. 1962. Pseudoscorpionidea. Mission zoologique de l'I.R.S.A.C. en Afrique orientale (P. Basilewsky et N. Leleup, 1957). Annales du Musée e l'Afrique Centrale, Zoologie (8) 107: 9-37.

BORCHERT, A. 1974. Schädigungen Bienenzucht durch Krankheiten, Vergiftungen und Schädlinge der Honigbiene. S. Hirzel, Liepzig.

CARON, D. M. 1978. Arachnids: Araneida and pseudoscorpionida (spiders and pseudoscorpions) (pp. 186-196). In MORSE, R. A. (ed). Honey bee pests, predators and diseases. Cornell University Press, London, 430 pp.

CHAMBERLIN, J. C. 1932. A synoptic revision of the generic classification of the chelonethid family Cheliferidae Simon (Arachnidae) (continued). Canadian Entomologist 64: 17-21, 35-39.

DIPPENAAR-SCHOEMAN, A. S. & HARVEY, M. S. 2000. A checklist of the pseudoscorpions of South Africa. Koedoe 43: 89-102.

DONOVAN, B. 2000. Could pseudoscorpions from South African beehives control our varroa? The New Zealand Beekeeper 7: 22-23.

ELLINGSEN, E. 1912. The pseudoscorpions of South Africa, based on the collection of the South African Museum, Cape Town. Annals of the South African Museum 10: 75-128.

ESCHSCHOLTZ, J. F. 1821. Entomographien. Reimer, Berlin. Germany.

HARVEY, M. S. 1990. Catalogue of the Pseudoscorpionida. University Press, Manchester, vi+726.

HEPBURN, H. R. & CREWE, R. M. 1991. Portrait of the Cape honeybee, Apis mellifera capensis. Apidologie 22: 567-580.

HEWITT, J. & GODFREY, R. 1929. South African pseudoscorpions of the genus Chelifer Geoffroy. Annals of the Natal Museum 6: 305-336.

HIRST, S. 1922. Pseudoscorpions and bees. Bee World 4: 36-37.

JUDSON, M. L. I. 1990. Redescription of the bee-associate Ellingsenius fulleri (Hewitt and Godfrey) (Arachnida, Chelonethi, Cheliferidae) with new records from Africa, Europe and the Middle East. Journal of Natural History 24: 1303-1310.

KAPLAN, K. J. 1990. The Africanized Honey Bees. Agricultural research. ARS, USDA, Washington D.C. 38: 4-11.

LEPELETIER DE SAINT-FARGEAU, A. 1836. Histoire naturelle des Insectes. Roret, Paris. France.

LEWIS, R. J. 1903. On an undescribed species of Chelifer. Journal of the Quekett Microscopical Club 2: 497-498.

MAY, A. F. 1969. Beekeeping. Haum, Cape Town, South Africa, 266 pp.

MURTHY, V. A. & VENKATARAMANAN, R. 1985. Contribution to the biology of the pseudoscorpion, Ellingsenius indicus Chamberlain. Indian Bee Journal 47: 34-35.

MURTHY, V. A. & VENKATARAMANAN, R. 1986. Ellingsenius indicus (Arachnida; Chelonethi) as a tool to the assessment of the settling nature of honey bee (Apis cerana indica) colony, in a new habitat. Indian Bee Journal 48: 54-55.

SINGH, J. N. & VENKATARAMAN, T. V. 1947. Pseudoscorpions in beehives in India. Current Science 16:122.

SKAIFE, S. H. 1922. The false scorpion. The South African Bee Journal March 1922: 148.

SKAIFE, S.H. 1929. Some notes on the pseudoscorpion, Chelifer sculpturatus in relation to the honey bee. South African Journal of Natural History 6: 293-296.

SUBBIAH, M. S., MAHADEVAN, V. & JANAKIRAMAN, V. 1957. A note on the occurrence of an arachnid Ellingsenius indicus Chamberlain infesting bee hives in South India. Indian Journal of Veterinary Science 27: 155-156.

SUDARSANAM, D. & MURTHY, V. A. 1990. Phoretic association of the pseudoscorpion Ellingsenius indicus with Apis cerana indica. Proceedings of the 11th International Congress * IUSSI. India. In: Social Insects and the Environment, ed. G.K. Veeresh, B. Mallik & C.A. Viraktamath, Oxford & IBH Publishing Co., New Delhi, pp 721-722.

VACHON, M. 1954. Remarques sur un Pseudoscorpion vivant dans les ruches d'Abeilles au Congo Belge, Ellingsenius hendrickxi n. sp. Annales du Musée royal du Congo Belge, N.S., Zool 1: 284-287.

VAN DER MERWE, J. H. 1908. Pseudoscorpion in beehive. Agricultural Journal of the Cape of Good Hope 33: 517-518.

WEYGOLDT, P. 1969. The biology of pseudoscorpions. Harvard University Press, Cambridge, Massachusetts, vii+1-145 pp.

WHYTE, R. 1922. The false scorpion. Bee World 4: 37.

WITH, C. J. 1905. On Chelonethi, chiefly from the Australian Region, in the collection of the British Museum. Annals & Magazine & Natural History (7) 17: 117.

H.S. Kok
Berichten:130
Lid geworden op:zo 26 nov 2000, 00:00
Locatie:Nederland
Contacteer:

Re: De Pseudoschorpioen

Bericht door H.S. Kok » za 16 jul 2005, 21:41

Pseudo schorpioen wordt beschreven in de oude bijenliteratuur in Tjechie.

Ik ben net terug van vakantie uit Tjechie, waar ik 3(oude) bijenboeken heb gekocht en een nieuwe Tjechische 'Speelziek, geschreven door Vesely, tweede uitgave 2003. In het moderne bijenboek stond een interessant schema over varroabestrijding afgebeeld, met tjechische toelichting[:(]. In een boek uit 1956 geschreven door Svoboda komt in het hoofdstuk plagen een getekende afbeelding van Chelifer cancroides voor. Met deze informatie ben ik op bezoek gegaan bij het Tjechische bijen-onderzoeksinstituut in Dole 40 km van Praag. Ik heb daar gesproken met de leider van het onderzoeksinstituut en hij vertelde mij dat de pseudo-schorpioen een normaal voorkomende kastbewoner is en daar geen kwaad aanricht maar zich voedt met larven van de wasmot. Hij moest lachen bij mijn verhaal dat er vermoedens bestaan dat dit beestje ook de varroamijt op zijn menu zou hebben, en dat ze voor dit doel gekweekt en verkocht worden in Nederland. Over de varaobestrijding in Tjechie kom ik nog terug, want dat doen zij in Tjechie hele andere middelen. Een paar dagen later kom ik een boekje tegen uit 1968, geschreven door Svoboda geheel gewijd aan bijenziekten en plagen. Hierin staan twee bladzijden gewijd aan de chelifer cancroides met een foto waarin deze een larfje van de wasmot in zijn schaar vasthoudt. In Tjechie is de varroa in 1978 voor het eerst gesignaleerd, zodat in de beschreven boekwerken niks gemeld wordt over varroabestrijding. In het nieuwe boek komt bij de plagen de pseudo-schorpioen niet meer voor. Of het beestje zich nog kan handhaven in de met allerlei middelen behandelde bijenkasten, is voor mij nog een vraag. Want hoe zou het komen dat bij het begin van de varroaplaag de schorpioen de mijt, toen hij nog in bijenkasten voorkwam, niet heeft aangepakt ? In Dole is voor deze schorpioen geen aandacht. Wat mij echter hoopvol stemde was dat dit beestje gewoon in Europese bijenkasten met Carnica-bijen aanwezig is geweest. Ik wil alleen nog een bewijs dat hij de varroa aanpakt, bijvoorbeeld door hem te kweken op varroamijten. En vervolgens dat in goed gecontroleerde vergelijkingsproeven het bewijs wordt geleverd dat zij dat ook doen in een bijenkast. Ik heb overigens van Piet van Dugteren een potje met schorpioenen gekocht op de open dag van Kees van Holland en deze in een niet behandeld volk gedaan, want ik waardeer het initiatief van Piet ten zeerste en verdient ondersteuning voor het vinden van een bewijs of het tegendeel. Hij zal op de Bijenmarkt van Veenendaal aanwezig zijn aanstaande dinsdag 19 juli van 9.00-13.00.
Het lijkt me wel iets voor een regenachtige zondagmiddag :-)

Hennie
Ook in het Tjechische boekje staat een litatuurlijst met verwijzingen naar oude artikelen over de pseudoschorpioen, maar het merendeel is in Nederland onbereikbaar en dat geldt jammer genoeg ook voor jou literatuurlijst.

jaap
Berichten:195
Lid geworden op:wo 03 jul 2002, 12:54
Locatie:Netherlands
Contacteer:

Re: De Pseudoschorpioen

Bericht door jaap » wo 05 okt 2005, 08:44

de schorpioen hoe staat het gebruik er ervan mee en zijn er al deze zomer rieele resultatan ervan? p.s. waar kan ik ze krijgen? (kopen?)jaap jager texel

jager

H.S. Kok
Berichten:130
Lid geworden op:zo 26 nov 2000, 00:00
Locatie:Nederland
Contacteer:

Re: De Pseudoschorpioen

Bericht door H.S. Kok » do 20 okt 2005, 22:25

Met medewerking van Hans Vroegh, een kennis van een cursist van mij, volgt hieronder een vertaling uit het Tsjechisch van een stukje over de pseudoschorpioen, uit een boekje over Ziekten en plagen van bijen.
Svoboda J.,L.Haragsimová, J. Hanko, O. Haragsim. Nemoci a Å¡k#7911;dci vèely, medonosné
1968, 110-112

Pseudo-schorpioenen
Pseudo-schorpioenen zijn bekende bewoners van bijenkorven. Voor een lange periode werden pseudo schorpioenen beschouwd als schadelijke korf bewoners (Alfonsus 1891, Sladen 1899) maar na publicaties van meerdere auteurs (Hirst 1922, Bellhause 1923, Fahringer 1925 en anderen) werd bekend dat deze insecten als nuttig beschouwd moeten worden.

Beschrijving. Pseudo-schorpioenen zijn kleine spinachtigen met een plat lichaam, met een gevormd hoofd en een kort achterlichaam, gevormd door 10 tot 12 delen, niet langer dan 5 mm. De monddelen zijn goed zichtbaar doordat de schaarvormige delen vrij groot uitgevoerd zijn. Minder goed zichtbaar zijn de teek-achtige kaken (mandibule), geplaatst aan de voorkant van het hoofd-gedeelte, dicht bij de mondopening. Pseudoschorpioenen zijn vergelijkbaar met schorpioenen, maar het post-abdominale gedeelte ontbreekt, een verdunde vorm van een 6-delige staart. karakteristiek voor schorpioenen, waaraan een steekangel met gifklier is gevormd. Pseudoschorpioenen hebben een kleine gifklier in de scharen, gevormd in de verdunning boven aan de schaar. Pseudoschorpioenen hebben spinselklieren die in de mandibels verborgen zijn.

Bionomie. Na de paring in april en mei vormt het wijfje fijne spinrag draden rond zichzelf, gevormd door de spinselklieren. Haar nest is goed en sterk gevormd; het web is wit en soms rond 1 cm lang. Het wijfje legt ongeveer 30 eieren in het nest, die zich na het leggen aan de ventrale (buik-zijde) kant van het wijfje in het web (eizak) vastplakken. Eieren en later larven blijven tot de protonymf fase in de eizak (eerste cocon). De ontwikkeling van pseudoschorpioenen is ingewikkeld. De cyclus bevat twee larvale stadia en drie cocon stadia. Larven lijken niet op de volwassen pseudoschorpioenen. Het wijfje voedt de larven via een speciale klier. Pas na de vervelling van de protonymf begint de nymf op de ouders te lijken. De nymfen verlaten het wijfje en beginnen voor zichzelf te zorgen. De ontwikkeling tot het volwassen stadium duurt 1 tot 2 jaar. Pseudoschorpioenen leven 3 a 4 jaar.
Het voedsel van pseudoschorpioenen is erg gevarieerd. Het zijn jagers, die leven in gaten en kieren van bijenkorven met mijten en kleine insecten. Tijdens de jacht vallen ze mijten en insecten aan die soms meerdere malen groter zijn. Kleine rupsen worden direct geparalyseerd, bij grotere rupsen duurt het 3 a 4 minuten voordat ze niet meer bewegen. Alleen in uiterste gevallen laat de pseudoschorpioen haar prooi los. Als de prooi niet meer beweegt, haalt de pseudoschorpioen haar buit los en langzaam maar zeker zuigt ze haar prooi leeg, dit kan soms 1 a 2 uur duren. Het achterlijf van de pseudoschorpioen zwelt sterk op, en het lichaam verrimpelt in de loop der tijd. Pseudoschorpioenen kunnen een lange tijd zonder voedsel, soms zelfs meerdere maanden.

Verspreiding. In Tsjechië leven ongeveer 20 soorten pseudoschorpioenen. De meeste leven in bossen, opslagplaatsen, musea, bibliotheken en archieven. Vaak komen we deze dieren tegen in bijenkorven waar ze onder de wasplaten, achter de ramen en in kieren leven. De meest voorkomende pseudoschorpioen is Chelifer cancroides L., 3-4 mm lange, geelbruin tot roodbruin. Erg bewegelijk en door plaatselijke imkers 'meeuw'

Gebruikersavatar
Harmen vd Ende
Berichten:258
Lid geworden op:za 04 jan 2003, 23:48
Locatie:Netherlands
Contacteer:

Re: De Pseudoschorpioen

Bericht door Harmen vd Ende » wo 02 nov 2005, 11:33

Hallo Allemaal,

Via Eric Blankert kreeg ik de volgende reaktie door:

guten Morgen Eric, guten Morgen Dr. Schwenkel.
>Das Geheimnis um denb Pseudo-Skorpion des geschäftstüchtigen Mannes aus
>Rotterdam scheint geklärt.
>Im 2002 erneut edierten "Lexikon der Bienenkunde", tosa-Verlag Wien, wird
>ein Afterskorpion beschrieben:
>"Afterskorpion bes. Bücherskorpion Chelifer cancroides, Ordnung der
>Arachnoides (Spinnentiere, nützlicher Mitbewohner in der Bienenbeute. Ca.
>sechs Millimeter groß, mit mächtigen Scheren am zweiten
>Mundgliedmassenpaar, kein schwanzförmiger Hinterleibsanhang, wie bei echten
>Skorpionen. Afterskorpion ernährt sich in der Bienenbeute von jungen
>Wachsmottenlarven, Bienenläusen und Gemüllmilben."
>Dieses internationale Nachsachlagewerk ist von deutschen, niederländischen,
>polnischen, österreichsichen, französischen und russischen Fachleuten aus
>dem Bereich Bienenkunde zusammengetragen worden. Die Wissenschaftler aus
>dem Bereich östlich der Elbe hätten mit Sicherheit mitgeteilt, dass der
>Aftersskorpion die Varroen verspeist. Genau das haben sie aber nicht
>getan. Sie haben auch bei den Folgeausgaben die Informationen beim
>Afterskorpion nicht ergänzt.
>Nun bleibt noch die Frage zu klären, warum wir den Afterskorpion in unseren
>Bienenvölkern nicht schon längst beobachtet haben. Gerard Hollander, der
>mit der Angelegenheit befasst ist, hat dazu die folgende Erklärung: "Wir
>haben dem Afterskorpion durch die Anwendung der verschiedenen
>Varroa-Bekämpfungsmittel das von ihm bevorzugte Biotop unbewohnbar gemacht
>und ihn selbst möglicherweise dabei in unseren Völkern ausgerottet."
>Ich gelange zu der Überzeugung, dass es die Sauberkeit der Imker ist, die
>dem Afterskorpion den Lebensraum genommen hat, weil wir das Gemüll eifrig
>und regelmäßig entfernen. Deshalb kann sich in den Völkern kein für den
>Afterskorpion geeignetes Biotop bilden.



Mij duits is niet al te goed, in het algemeen begrijp ik het wel, maar zou iemand het in goed nederlands kunnen vertalen?

Groeten Harmen

heidecap
Berichten:979
Lid geworden op:za 14 dec 2002, 22:21
Locatie:Netherlands
Contacteer:

Re: De Pseudoschorpioen

Bericht door heidecap » wo 02 nov 2005, 21:12

Goedenavond, Harmen,

de volledige vertaling van het artikel laat ik graag aan de robotvertalers onder ons over, maar de conclusie is volgens mij dat de effectiviteit van de Pseudoschorpioen op varroamijten 0% is.

Het beestje kan gewoonweg niet tegen het klimaat in de bijenkast en is er al vrij snel uit verdwenen. Iets wat ik afgelopen zaterdag ook al hoorde op de open dag van PPO-bijen.
Ze voeden zich hoofdzakelijk met andere organismen dan varroamijten. In een bijenkast voelen ze zich niet thuis. Je zult er dan ook snel geen enkele schorpioen meer kunnen terugvinden.


Groeten, Thomas

Gebruikersavatar
Harmen vd Ende
Berichten:258
Lid geworden op:za 04 jan 2003, 23:48
Locatie:Netherlands
Contacteer:

Re: De Pseudoschorpioen

Bericht door Harmen vd Ende » wo 02 nov 2005, 21:49

Hallo Thomas,
Nun bleibt noch die Frage zu klären, warum wir den Afterskorpion in unseren
>Bienenvölkern nicht schon längst beobachtet haben. Gerard Hollander, der
>mit der Angelegenheit befasst ist, hat dazu die folgende Erklärung: "Wir
>haben dem Afterskorpion durch die Anwendung der verschiedenen
>Varroa-Bekämpfungsmittel das von ihm bevorzugte Biotop unbewohnbar gemacht
>und ihn selbst möglicherweise dabei in unseren Völkern ausgerottet."
>Ich gelange zu der Überzeugung, dass es die Sauberkeit der Imker ist, die
>dem Afterskorpion den Lebensraum genommen hat, weil wir das Gemüll eifrig
>und regelmäßig entfernen. Deshalb kann sich in den Völkern kein für den
>Afterskorpion geeignetes Biotop bilden.
Je verhaal klopt als je met oxaalzuur, mierenzuur en andere bestrijdingsmiddelen blijft doorgaan, tenminste dat begrijp ik uit het verhaal. Maar laten we de vertaling eerst maar afwachten

Groeten Harmen

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Bing [Bot] en 18 gasten