Het Amerikaan ministerie van Landbouw gaf in 1995 de volgende programma aankondiging af:
Release No. 0676.95 Program Announcement
Sean Adams (301) 344-2723
Maria Bynum (202) 720-5192
ARS AND RUSSIAN SCIENTISTS COOPERATE ON HONEY BEE MITE PROBLEM WASHINGTON, Sept. 21, 1995--U.S.
Department of Agriculture scientists are looking to far-eastern Russia for honey bees that have genetic resistance to a damaging mite in this country. Thomas E. Rinderer of USDA's Agricultural Research Service said an initial analysis of bees collected in the Primorsky region indicates they may be more resistant than their U.S. counterparts to the varroa mite. Within U.S. honey bee colonies, the mite has taken a drastic toll since it came into the country from Mexico in the mid-1980s. Rinderer said beekeepers in Primorsky only treat once a year for varroa--U.S. beekeepers usually must treat twice--and that colonies in Primorsky had far fewer mites compared to U.S. colonies last fall. "Honey bees and varroa mites evolved in the Primorsky area over the last 100 years, so the bees may have developed resistance during that time," said Rinderer, research leader of the agency's Honey Bee Breeding, Genetics and Physiology Lab in Baton Rouge, La. He, entomologist Robert Danka, and technician Gary Delatte are working on the project in cooperation with Russian scientists. "Over the next few years, we will continue to study bees in the Primorsky region to confirm that they have genetic resistance," Rinderer said. "If the resistance proves to be significant, then we'll bring them into the United States through quarantine for further testing and possible release to U.S. beekeepers." Rinderer and colleagues traveled to the Primorsky region last fall to collect the honey bees and test them for resistance to the mites, Varroa jacobsoni.
Etc.
vertaling Romée
Wetenschappers van het ministerie van landbouw zijn in het verre oosten van Rusland op zoek naar honingbijen die genetische weerstand hebben tegen een schadelijke mijt in dit land. Thomas E. Rinderer van USDA's Agricultural Research Service zei dat een voorlopige analyse van bijen, verzameld in de Primorsky regio in de richting wijst dat ze mogelijk meer resistent tegen de varroamijt zijn dan vergelijkbare volken in de USA.
In bijenvolken in de USA, heeft de mijt een grote tol geëist sinds zij het land binnenkwam vanuit Mexico halverwege de jaren tachtig. Rinderer zei dat imkers in Primorsky hun bijen maar één keer per jaar behandelden tegen varroa--Bijenhouders uit de USA moeten gewoonlijk twee keer behandelen-- en dat de volken in Primorsky veel minder mijten hadden in vergelijking met USA volken afgelopen herfst.
"Honingbijen en varroamijten ontwikkelden zich in de Primorskyregio gedurende de laatste 100 jaar, dus de bijen ontwikkelden wellicht weerstand gedurende die tijd,"zei Rinderer, onderzoeksleider van de afdeling Honingbij teelt, genetica en physiologie van het Laboratorium in Baton Rouge, lA. Hij, entomologist Robert Danka, en technicus Gary Delatte werken aan het project in samenwerking met Russische wetenschappers. "De komende paar jaar, zullen we doorgaan met het bestuderen van bijen in de Primorsky regio om de bevestiging krijgen dat er sprake is van genetische weerstand, "zei Rinderer. "Als de weerstand significant blijkt te zijn, dan brengen we ze naar de Verenigde Staten in quarataine voor verdere testen en mogelijke verspreiding onder U.S imkers." Rinderer en collega's reisden vorige herfst naar de Primorsky regio om honingbijen te verzamelen en ze te testen op weerstand tegen de mijt, Varroa Jacobsoni.
Enz.
Volgens opgave van het instituut van Rinderer worden dan anderhalf jaar later, in 1997, de eerste 100 P. koninginnen getest in de U.S. Men is op de eerste plaats geïnteresseerd in de weerstand tegen de Amerikaanse varroamijten. Het inleidende onderzoek rond 1995 was gericht op het vinden van enige tekenen dat er sprake was van bruikbare resistentie.
(In an earlier report (ABJ 135:11, 746-748) we described the initiation of a project to evaluate potential resistance to Varroa jacobsoni by honey bees from the Primorsky Territory on Russia's Pacific coast.
Because the two sets of data were not collected in the same place under the same conditions, a direct comparison of the data from Russia and the data from the United States cannot be used to conclude that the Russian bees showed or did not show resistance to Varroa. The only sure way to determine if the encouraging results we saw in the Primorsky were due to genetic resistance was to test the bees in the U.S. with U.S. mites.
In late June of 1997, a collection of 100 Primorsky honey bee queens was made and brought to the U.S. for further research. These queens were obtained from 16 separate beekeepers from a variety of places in the Primorsky. Some queens were grafted by beekeepers in preparation for providing queens. The collection of open-mated queens represented a total of 57 queen mothers. From the previous experiment, 2 queens which produced colonies having the lowest rates of infestation in the trial were each used to produce 10 daughter queens.)
Wat Rinderer interesseert (en ook bv Ed Pieterse
" Je snapt er niets van Romee, maar dat vind ik niet zo erg, we zijn allebij wel een beetje doorbijter en ik denk dat de tijd de waarhijd wel zal brenegen. In elk geval zijn we op de goede weg met de testen van de Primorsky bij. Zelfs in Duitsland hebben ze spijt dat ze zo abrupt zijn gestopt, zonder tot het eind te wachten. De mijt bij ons is dezelfde als daar, maar dat is niet eens zo belangrijk, want we hebben bijen nodig, die tegen onze mijten bestand zijn
.) is de eventuele weerstand bij de P. bij. Op geen enkel moment is onderzocht of het overleven van Europese bijen en plaatselijke varroamijten het gevolg was van een
wederzijdse aanpassing. Het was Rinderer uitsluitend om de weerstand bij de bijen te doen. Volkomen over het hoofd wordt gezien, dat als aanpassing van Europese bijen en varroamijten mogelijk was, wat dan de reden zou kunnen zijn, dat deze in de US en Europa niet ontstond. Het is deze blinde vlek die mij al lang bezig houdt.
Romée
ps De discussie tussen Ed en mij is niet altijd even zachtzinnig, maar (Ed weet dat wel), ik heb respect voor de passie waarmee Ed Pieterse zijn inzichten probeert om te zetten in de alledaagse praktijk. Het blijft niet bij praten, het schip moet varen, de motor moet stampen. Of het nu gaat om meedoen in een, als ik het goed begrepen heb, inmiddels gestopt Duits P. testprogramma, of om het oprichten van zijn stichting Duurzame Bij (what's in a name). Vooral dat laatste is zinvol in een tijd waarin het wetenschappelijk bijen-onderzoek in Nederland tot een minimum gereduceerd is. Ik hoop dat er uit de hoek van de Stichting dan ook eens een wetenschappelijk onderzoek tot stand komt.