Het volgende probleem?

[elmook]

Lieve mensen,

ooit gehoord van 'Nosema ceranae'?

Kijk hier: http://www.imkerforum.de/viewtopic.php?t=3916 en hier
http://imkerschule-sh.de/index.php?jahr ... men=j&n=28

Het lijkt veel te verklaren.

Groet, Elmar

[Els Kleijnendorst]

Dat zou best wel eens kunnen.
In de tekst van Dr. Wolfgang Ritter (Imkerschule) trof mij vooral de zin: Auffällig war weiterhin, dass in diesem Winter die Völker auf vielen Ständen selbst bei Temperaturen von 4 °C relativ starke Reinigungsflüge unternahmen. Ob hier ein Zusammenhang mit der neuen Form der Nosema besteht, kann noch nicht abschließend beurteilt werden.

Was gisteren op een bijenstand van enkele bevriende imkers en daar vloog als enige volk een 6-ramer bij zeer lage temperatuur. De vliegplank was erg bevuild met uitwerpselen. Meende eerst dat het volkje beroofd werd, maar bij het optillen van de kast bleek ze nog zwaar genoeg (= veel voer aanwezig). Later zag ik dat een aantal terugkerende bijen zich niet goed had kunnen ontlasten, de uitwerpselen hingen nog uit het achterlijf. De eigenaren vertelden mij dat dit volkje al de gehele winter het afwijkend gedrag vertoonde.

Jammer dat er onder de microscoop geen verschil te zien is tussen 'onze' Nosema apis en deze oosterse nosema variant (Nosema ceranae)

[Kroese]

Lieve mensen,

ooit gehoord van 'Nosema ceranae'?

Kijk hier: http://www.imkerforum.de/viewtopic.php?t=3916 en hier http://imkerschule-sh.de/index.php?jahr ... men=j&n=28
Het lijkt veel te verklaren.
Groet, Elmar

Beste Elmar, bedankt voor dit artikel.
De in dit artikel beschreven symtomen lijken sterk op de problemen waar wij de laatste jaren mee te maken hebben.

Ik plak het duitse artikel hier even rechtstreeks in.
Mischien heeft iemand een goede vertaal tool voor de gene die geen duits kunnen lezen.

Omdat Theo een vertaling heeft gemaakt (zie lager) heb ik het artikel weg gehaald.
Theo bedankt.

[Frans vanTongeren]

Zieke bijen willen het volk niet belasten...
Daarom offeren ze zich op om .. het volk op de been te houden.
Individuen tellen niet; het gaat om de gemeenschap !
(Zieke olifanten schijnen zich ook af te zonderen.)

[buckfast_beekeeper]

Ik doe een poging om het te vertalen.

Bienengesundheit aktuell: Nosema ceranae

Bijengezondheid aktueel: Nosema cerana

cerananaeNosema ceranae
Asiatischer Nosema-Erreger festgestellt '“
neu verbreitet oder erst jetzt entdeckt?

cerananaeNosema ceranae Aziatische Nosema-verwekker vastgesteld - nieuw verspreid of pas nu ontdekt?

Die Bienenkrankheit Nosemosis (ehemals Nosematose), die im akuten Fall starken Durchfall und kurzlebige, vor dem Stock krabbelnde Bienen hervorruft, ist den Meisten bekannt. Ihr Erreger, Nosema apis, der den Bienendarm unserer westlichen Honigbiene, Apis mellifera, befällt, ist nahezu in allen Bienenvölkern verbreitet. Er kommt vor allem dann zur Wirkung, wenn die Bienen durch äußere Witterungsbedingungen, eventuell verstärkt durch ungünstige Standortverhältnisse, längere Zeit nicht ausfliegen und damit abkoten können, und führt dann häufig zu massiven Verlusten.

De bijenziekte Nosemosis (vroeger Nosematose), die in acute gevallen sterke terugval en kortlevende, voor de kasten krabbelende bijen veroorzaakt, is het meest bekend. Zijn verwekker, Nosema apis, die de bijendarm van onze westelijke honingbij, Apis mellifera, besmet, is in bijna lle bijenvolken verspreid. Het komt vooral dan tot ontwikkeling, als de bijen door uitzonderlijke weersomstandigheden, eventueel versterkt door ongunstige standplaats omstandigheden, langere tijd niet uitvliegen en ontlasten, en voert dan meestal tot grote verliezen.

Die asiatische Variante
1996 wurde auf der asiatischen Honigbiene, Apis cerana, ein ähnlicher Erregertyp gefunden, der dementsprechend Nosema ceranae genannt wurde. Über die Symptome und den Krankheitsverlauf in Asien ist aber bis heute wenig bekannt. Bis vor kurzem wurde vermutet, dass dieser Erregertyp nur auf der östlichen Honigbiene, Apis cerana, vorkommt.
2005 berichteten dann chinesische Forscher erstmals, dass Nosema ceranae in Taiwan auch auf der westlichen Honigbiene, Apis mellifera, gefunden wurde. Im gleichen Jahr wurde er vom Bieneninstitut in Castilla-La Mancha und der veterinärmedizinischen Universität Madrid erstmals in Europa, ebenfalls in westlichen Honigbienen, nachgewiesen. In Spanien hatten die Fälle mit Nosemosis von 10 % im Jahr 2000 über 20 % und 30 % in den folgenden Jahren bis auf 88 % im Jahr 2004 ständig zugenommen. Eine wesentliche Ursache für die großen spanischen Völkerverluste vom Sommer 2005 wurde nach dem Fund von Nosema ceranae daher auch in diesem Erregertyp gesehen. Wobei an den Bienenständen ein Kahlfliegen der Völker (als Absconding bezeichnet) beobachtet wurde '“ ähnlich wie wir es bei einem hohen Varroabefall kennen.

De Aziatische variant
In 1996 werd bij de aziatische honingbij, Apis cerana, een gelijkaardige verwekker gevonden, die daardoor Nosema ceranae genoemd werd. Over de symptomen en het ziekteverloop in Aziën is tot nu niet veel bekent. Tot voor kort werd vermoed, dat deze verwekker enkel op de oostelijke honingbij, Apis cerana, voorkwam. In 2005 vermeldden Chinese onderzoekers een eerste maal, dat Nosema ceranae in Taiwan ook werd gevonden op de westelijk honingbij, Apis mellifera. In hetzelfde jaar werd er door het bijeninstituut in Castilla-La Mancha en het veterinaire instituut van de universiteit van Madrid voor de eerste maal in Europa, ook op de westerse bij, Apis ceranae vastgesteld. In Spanje is Nosemose toegenomen van 10% in 2000 over 20% en 30% in de volgende jaren tot 88% in 2004. Een echte oorzaak voor de grote Spaanse bijenvolk verliezen, worden na het vinden van Nosema ceranae, aan deze verwekker toegeschreven. Waarbij aan de bijenstanden en het kaalvliegen van de volken (als verdwijnziekte gekend) gezien worden - en het aan een hoge Varroa druk wordt toegeschreven.

Funde auch in Deutschland
Die Frage, ob bestimmte Völkerverluste bei uns in Deutschland möglicherweise auch von Nosema ceranae mit verursacht sein könnten, sollte in einer Zusammenarbeit des deutschen Referenzlabors am CVUA Freiburg mit den spanischen Instituten zum Jahreswechsel 2005/2006 geklärt werden. Dabei konnte man mit Hilfe molekulargenetischer Methoden (PCR) in acht von zehn untersuchten Bienenständen auch in Deutschland diesen neuen Erregertyp nachweisen.
Zwei Stände lagen in Baden-Württemberg, vier in Bayern und zwei in Nordrhein-Westfalen. Die Bienen mit dem klassischen Erreger Nosema apis kamen aus Thüringen und Bayern.
Auf allen Ständen waren '“ unabhängig vom später festgestellten Erregertyp '“ im Frühjahr bzw. Spätsommer und Herbst des Jahres 2005 größere Probleme aufgetreten. Diese hatten entweder zum Tod der meisten Völker oder des gesamten Bestandes geführt. In den untersuchten Bienenproben ließ sich ein mittelstarker bis starker Nosema-Befall nachweisen. Nicht immer waren deutliche Symptome wie Abkoten und Krabbler sichtbar, aber immer trat ein starker Totenfall auf.

Ook gevonden in Duitsland
De vraag of het verlies van bepaalde volken bij ons in Duitsland mogelijk ook van Nosema ceranae mee veroorzaakt hebben, zal in een samenwerking tussen het Duitse referentie laboratorium aan CVUA Freiburg met het Spaanse instituut rond de jaarwisseling 2005/2006 bevestigt worden. Daarbij konden we met behulp van moleculair genetische methodes (PCR) in acht van tien onderzochte bijenstanden ook in Duitsland deze nieuwe veroorzaker aanwijzen. Twee standen lagen in Baden Würtenberg (noot Zuid Duitsland omgeving Stuttgart), vier in Bayern (noot zuid Duitsland omgeving München) en twee in Nordrhein Westfalen (noot ongeveer het Ruhrgebied en gelegen tegen Nederland/België. De bijen met klassieke Nosema apis kwamen uit Thuringen(noot buurt Jena Weimar) en Bayern. Op alle standen waren - onafhankelijk van het later gevonden type - in het voorjaar, laatzomer of herfst grotere problemen opgetreden. Deze hadden tot de dood van de meeste volken of de volledige bestand geleid. In de onderzochte bijenstalen liet zich een middelgrote tot grote Nosema besmetting aanwijzen. Niet altijd waren duidelijke symptomen als uitwerpselen of krabbelaars zichtbaar, maar altijd trad een sterke dodenval op.

Verbreitungswege unklar
Beide Erregertypen, Nosema apis und Nosema ceranae, lassen sich mit den bisher üblichen mikroskopischen Routineuntersuchungen nicht unterscheiden. Erst mit Hilfe molekulargenetischer Methoden kann man beide sicher auseinanderhalten.
Es stellen sich daher folgende Fragen:
'¢ Woher stammt Nosema ceranae ursprünglich? Diese Art erhielt zwar ihren Namen, weil sie zuerst auf der asiatischen Honigbiene gefunden wurde, aber das sagt nicht zwingend etwas über ihre ursprüngliche Verbreitung aus.
'¢ Wurde sie erst vor kurzem bei uns eingeschleppt und verursacht sie tatsächlich, wie die Spanier vermuten, durch ihre möglicherweise stärkere Virulenz die Bienenverluste der letzten Jahre?
'¢ Oder gelangte sie schon früher zu uns und wir haben sie einfach nicht von der herkömmlichen Form Nosema apis unterschieden? Hat sich also an der Situation nur geändert, dass wir den neuen Erregertyp jetzt feststellen können?
'¢ Sind die aktuellen Krankheitsverläufe beim Anstieg eines Nosema-Befalls vielmehr deshalb extremer, weil die Völker durch die Varroa-Milbe und andere Faktoren insgesamt geschwächter und daher anfälliger sind?

Manieren van verspreiding onbekend
Beide verwekker types, Nosema apis en Nosema ceranae, laten zich met de tot nu gebruikelijke mikroskopische onderzoeks methodes niet onderscheiden. Enkel met molekuul genetische methodes kan men ze met zekerheid onderscheiden.
Er stellen zich dan ook volgende vragen.
- Van waar stamt Nosema ceranae oorspronkelijk? Deze variant bekwam zijn naam omdat hij eerst op de Aziatische honingbij werd gevonden, maar dit zegt absoluut niks over de oorspronkelijke herkomst.
- Werd ze pas zeer recentelijke bij ons ingevoerd en veroorzaakt ze werkelijk, zoals de Spanjaarden vermoeden, door haar sterkere virus eigenschappen de bijenverliezen van de laatste jaren.
- Of was deze vorm al veel langer bij ons en hebben we ze gewoon niet van de gewone Nosema apis kunnen onderscheiden? Is er aan de situatie alleen verandert dat we nu de nieuwe variant kunnen vaststellen?
- Is het aktuele ziekte verloop bij de start van een Nosema besmetting extremer, terwijl de volken door de Varroa mijt en andere factoren algemeen zwakker zijn en daardoor ontvankelijker voor de ziekte.

Erklärungsversuche
Wir haben seit dem Jahr 2002 Proben von etwa 500 Bienenständen aus Deutschland, Italien (Tirol), Österreich und der Schweiz untersucht, die höhere oder totale Verluste hatten. Wenn Restbienen in Völkern vorhanden waren, konnten wir bisher seltener Nosemosis feststellen. In dem verlustreichen Winter 2002/03 waren es zum Beispiel 38 %. Dieses Jahr scheint nach bisherigen Untersuchungen der Anteil höher zu sein. Wir können somit bisher die Untersuchungen aus Spanien nur hinsichtlich der Zunahme der Nosemosis bestätigen.
Seit 2 bis 3 Jahren beobachten wir jedoch, dass sich der Verlauf der Nosemosis tatsächlich verändert hat. Im Gegensatz zur klassischen schleichenden Form treten Krabbler und Verluste während des ganzen Jahres auf. Darüber hinaus kann man besonders in diesem Winter beobachten, dass Völker innerhalb von kurzer Zeit absterben. Der Imker findet dann im Gegensatz zu dem typischen Varroa-Schaden einen Kasten voll mit toten Bienen. Auffällig war weiterhin, dass in diesem Winter die Völker auf vielen Ständen selbst bei Temperaturen von 4 °C relativ starke Reinigungsflüge unternahmen. Ob hier ein Zusammenhang mit der neuen Form der Nosema besteht, kann noch nicht abschließend beurteilt werden.
Es sind noch viele Fragen offen, die wir in den laufenden Untersuchungen versuchen werden zu klären. Nach unserer derzeitigen Beurteilung scheint die gesamte Situation der der klassischen Nosemosis doch sehr ähnlich zu sein. Wir meinen daher, dass vorbeugende Maßnahmen in Bezug auf die Varroa-Dezimierung sowie Optimierung der Standortfaktoren nach wie vor im Vordergrund der imkerlichen Maßnahmen stehen sollten '“ um damit das Problem Nosemosis in den Griff zu bekommen.
Dr. Wolfgang Ritter
CVUA Freiburg
Nationales Referenzlabor für
anzeigepflichtige Bienenkrankheiten
Internationales Referenzlabor (OIE) für Bienenkrankheiten
ritter@bienengesundheit.de

Im Mikroskop (400fache Vergrößerung)sind beide Erregertypen kaum zu unterscheiden (Foto Ritter).

Dr.Ritter
==========================================================

Mogelijke verklaring
We hebben sinds 2002 stalen van 500 bijenstanden uit Duitsland, Italië(Tirol), Oostenrijk en Zwitserland onderzocht met grotere verliezen of totale sterfte. Als er restbijen in de volken aanwezig waren kon er zelden Nosemosis worden vastgesteld. In de verliesrijke winter 2002/03 was het bijvoorbeeld 38%. Dit jaar schijnt het aandeel tot nu toe hoger te liggen. We kunnen tot nu toe net zoals in Spanje alleen een stijging van Nosemosis bevestigen. Sinds 2 à 3 jaar stellen we vast dat de verloop van Nosemosis zich werkelijk verandert heeft. In tegenstelling tot de klassieke vorm komen de krabbelaars en verliezen gedurende het ganse jaar voor. Daar boven uit kan men deze winter vaststellen, dat volken op zeer korte tijd afsterven. De imker vind dan, in tegenstelling tot de klassieke varroa schade, een kast vol met dode bijen. Opvallend was verder, dat in deze winter op vele standen de bijen ook bij temperaturen van 4°C volop reinigings vluchten uitvoerden. Of hier een samenhang met de nieuwe vorm van Nosema bestaat kon nog niet worden vastgesteld.
Er zijn nog veel vragen open, die we in de lopende onderzoeken proberen te verklaren. Na onze toenmalige beoordeling blijkt de totale situatie van de klassieke Nosemosis zeer gelijk te zijn. We menen daarom, dat verregaande maatregelen in de bestrijding van de Varroa net zoals de optimalisering van de standplaatsen zoals vroeger tot de belangrijkste maatregelen moeten gerekend worden. En daarmee het probleem Nosemosis in de greep te houden.
Dr. Wolfgang Ritter
CVUA Freiburg
Nationaal referentie labo voor aangifteplichtige bijenziekten.
Internationaal referentie labo (OIE) voor bijenziekten
ritter@bienengesundheit.de
Met de mikroskoop (400X vergroting) zijn beide verwekkers bijna niet te onderscheiden.

[/size]

Misschien niet 100% maar ik denk voor de forummers die weinig of geen Duits machtig zijn wel voldoende.

mvg

Theo

ps: nog even de originele foto ingevoegd

[Hans van der Post.]

Dank Theo voor de vertaling. Voor de Engelse taal weet ik wel een robotvertaler maar Duits Nederlands niet.
Hans

[buckfast_beekeeper]

Dank Theo voor de vertaling. Voor de Engelse taal weet ik wel een robotvertaler maar Duits Nederlands niet.
Hans

Zonder dank. Het is wel in stukskes en brokskes moeten gaan. Heb nog andere zaken te doen. [:(]Enkele jaren bij onze Oosterburen maken voor mij het lezen wel niet echt moeilijk. Vertalen is nog iets anders.

mvg

Theo

[Kroese]

Informatie met google gevonden op "nosema ceranae"

http://www9.minlnv.nl/pls/portal30/docs ... /LBA34.PDF

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

LBActualiteiten
Wekelijkse informatie van de LNV-Vertegenwoordiging
Buitenland
Jaargang 15, 21 oktober, nummer 34

Spanje: oorzaak bijensterfte ontdekt
Nadat eerst de bijenpopulatie om onverklaarbare redenen sterk afnam, blijken al
enkele jaren vele bijenvolken te zijn gestorven. Het gewestelijke bijencentrum van
Castilla-La-Mancha heeft ontdekt dat de sterfte wordt veroorzaakt door de parasiet
Nosema Ceranae en niet, zoals eerst gedacht, door de parasiet Nosema Apis. De
parasiet Nosema Ceranae kan bestreden worden met het antibioticum fumagilline,
(merknaam=fumidil-B)
dat in sterk getroffen gebieden meermalen moet worden gebruikt. Tevens is grondige
ontsmetting noodzakelijk.