In het onderwerp 'Slaat dit jaar CCD vroeger toe', heb ik aangegeven een inhoudelijke discussie over Romée's artikel uit Bijenhouden van oktober 2008 te willen voeren. Daar wil ik graag hier een begin mee maken.
Allereerst wil ik eerst graag mijn waardering geven over de grote hoeveelheden werk die er gemoeid zijn met het vergaren van informatie door uitgifte van enquetes en de verdere(statistische) uitwerking hiervan. Chapeau Romée! Deze waardering neemt echter niet weg dat er wel enige kritiek punten zijn en die wil ik graag in dit onderwerp neerleggen.
Ik zal beginnen met het belangrijkste kritiekpunt. Ik citeer even een stukje tekst uit het artikel:
Tot zover kan ik mij nog vinden in de tekst, hoewel Romée die onvoldoende werkzaamheid wel nader zou hebben kunnen bespreken. Immers Friedrich Pohl wijdt er in het Deutsches Bienenjournal (DBJ) van augustus 2008 twee volle pagina's aan.'Opvallend is echter dat bij alle varroabestrijdingsmiddelen en combinaties de bijensterfte nog steeds hoog uitvalt. Als de varroamijt een belangrijke factor zou zijn bij de optredende bijensterfte dan zou naar verwachting, die sterfte aanzienlijk lager (0 - 10%) moeten uitvallen, tenzij deze middelen onvoldoende werkzaam zijn tegen de varroamijt.'
Mijn belangrijkste kritiekpunt begint bij de daarop volgende alinea. Ik citeer opnieuw:
Met dit stuk tekst en de verdere verklaring die je geeft, ben ik het niet eens. Een andere zeer voor de handliggende verklaring zou kunnen zijn dat er andere parameters een rol spelen die niet door jou zijn verzameld in jou enquete. Deze parameter zou bijvoorbeeld de natuurlijke mijtenval kunnen zijn.Een meer voor de hand liggende verklaring zou kunnen zijn dat de varroabestrijding weinig invloed heeft op de sterfte, omdat een andere ziekteverwekker de hoofdoorzaak is.
In het recent verschenen boek van Friedrich Pohl 'Varroose erkennen und erfolgreich bekämpfen', lees ik bijvoorbeeld op pagina 30 onder de tabel:
Stel nu een aantal imkers uit jou enquete de varroabehandeling pas zijn begonnen bij een natuurlijke mijtenval van meer dan 30 mijten per dag en sterfte hebben gekregen terwijl andere imkers bij een lagere natuurlijke sterfte zijn begonnen met de behandeling en geen sterfte hebben. In jou analyse van de resultaten zullen die allemaal vallen in dezelfde groep imkers die behandelen. Inderdaad zul je dan vinden dat de sterfte voor die hele groep boven de door jou gestelde 0 - 10% zal vallen. Hierbij zijn ook de onderzoeksresultaten zoals beschreven in het artikel 'Ameisensäure und Thymol im Vergleich' (DBJ 9/2008 pag. 19) nog interessant.(**) Meist wird eine baldige Behandlung bei mehr als 10 Milben pro Tag empfohlen und bei mehr als 30 Milben pro Tag die Schadeschelle (GB Schadedrempel) für überschritten gehalten.
Naar mijn bescheiden mening zou je conclusie uit de enquete moeten luiden: Uit de resultaten van de enquete is er geen verband gevonden tussen varroa en wintersterfte. En dan ook echt een punt omdat de data die jij verzameld hebt geen bewijs levert voor het feit dat Nosema ceranae de boosdoener is. In jou artikel lijkt het wel net of dat zo is. Zie ook de reactie van Jaques van Ingen in het onderwerp 'Slaat dit jaar CCD vroeger toe'.
Waar baseer ik mijn 'geloof' in de varroa als hoofdoorzaak voor wintersterfte dan op?