bijensterfte

[RobertF]

noord goede dag
eindelijk een verstandig mens
het is veel praten
veel meningen lanceren
nog meer meningen onderuit halen
maar schrijven ho maar

geen feiten geen oplossingen

het kan zo simpel zijn
succes

[marc]

De vragenlijst wordt zorgvuldig opgesteld en voortdurend geevalueerd.

Lennard, met welke vragen in de monitoring wordt er rekening gehouden met ondervoeding, stuifmeelaanbod voorjaar - zomer - najaar ? Imkerwijze ?

[LWPisa]

Dit jaar (2011) stonden er voor het eerst vragen op over naar welke dracht gereisd is.

Het is zeer lastig/onhandig om met een vragenlijst onderzoek te doen naar de voedingstoestand van bijenvolken. Je kan dat het best meten in testvolken zelf, of heel grof met biotoopdata van de flora. De imker heeft er meestal geen invloed op.

Het is zeker de moeite waard om naar de imkermethode te vragen maar de vragenlijst is nog in ontwikkeling. Met 10 imkers heb je al gauw 3 "methoden", de standarisering naar 5 algemene methoden is lastig omdat iedereen zich moet kunnen vinden in een antwoord.

Vragen over aantallen dode en levende volken en goed aan bijenvolken herkenbare zaken, zijn goed door iedereen te beantwoorden en geven een eerste beeld van wat er gebeurt qua aantallen.

Hoe meer imkers de vragenlijst invullen, hoe beter de resultaten een beeld geven van Nederland. Niet iedereen heeft zin in het invullen van een lange vragenlijst, dus de basisvragenlijst is kort.

De lijst is een versie van de internationaal gebruikte vragenlijst, individuele landen inclusief Nederland mogen maar weinig aan de lijst veranderen omdat we anders niet internationaal kunnen vergelijken.

Er is een systeem waarbij er een 2e niveau vragenlijst is met specifiekere vragen die wordt gestuurd naar een representatieve groep imkers maar dat systeem werkt (nog) niet in Nederland.

Lennard

[Jaap v.Popering]

Een groot probleem bij het onderzoeken van de relatie tussen varroabestrijding en sterfte is dat vrijwel nooit bekend is hoeveel mijten er in het volk zaten voor de bestrijding en na de bestrijding. Als je dat niet weet is het lastig iets te zeggen over het effect van bestrijding.

Lennard

Dan is de wetenschap behoorlijk vooruitgegaan na dat de Varroamijt pas sinds 1982 in Nederland is , en de zogenaamde verdwijnziekte nog maar tien jaar heerst .

Jaap v P

[marc]

Lennard, er is inderdaad moeilijk rekening te houden met imkermethoden, stuifmeelaanbod gedurende het ganse jaar, bevolkingsdichtheid, pesticiden en er zullen nog wel andere omgevingsfactoren meespelen... Toch belangrijke parameters in een bijensterfte onderzoek.
De monitoring is dus een eenzijdig instrument dat probeert het % bijensterfte in de gaten houden en vooral de varroa in het vizier heeft omdat hier wel simpele vragen (zoals met wat en wanneer behandeld) over gesteld kunnen worden.
Ook het % zou naar onder moeten worden gecorrigeerd omdat een imker met bijensterfte meer geneigd is om aan dergelijke vragenlijsten mee te doen, dan iemand zonder.
Conclusies uit dergelijke onvolledige statistische steekproeven moeten dus met een grove korrel zout bekeken worden.

[LWPisa]

Bestrijdingen op basis van bijvoorbeeld thymol zijn afhankelijk van de buitentemperatuur. Je kan wel volgens het boekje op tijd behandelen maar als de temperatuur (of andere factoren) tegenwerken dan was je bestrijding minder/niet effectief. Zolang je niet weet hoeveel mijten er voor en na de behandeling waren is het lastig om iets over de effectiviteit te zeggen.

Met sampling effecten (non-response, data verzameling) wordt rekening gehouden, daar zijn statistische methoden voor.

Liever een schatting met een korrel zout dan geen schatting of een slechte schatting. Nederland heeft internationaal gezien de kleinste korrel zout, bij ons doen een kwart van de imkers mee aan het invullen van de vragenlijst.

Data verzameld door vragenlijsten zijn een noodzakelijk beginpunt/onderdeel van gezondheidsonderzoek. Inclusief de ruis die wordt veroorzaakt door wat we niet weten.

Lennard