Een lastig probleem vind ik ieder jaar weer, om de geteelde waardevolle (KI) koninginnen onder te brengen.
Stabiele 1 jarige koninginnen die het goed doen, haal ik liever niet uit het volk om een pas geteelde koningin in te voeren. Dit verstoort de harmonie van het volk, dat zich toch al voor de winter aan het inrichten is. Een jonge koningin moet zichzelf nog bewijzen, of ze een sterk volk kan vormen en instand houden.
Om deze reden voer ik de jonge moertjes in 6 raams broedafleggers in, of ik pas een separator methode op de grote volken toe, waarbij de goede stabiele moer in de onderbak zit, en de jonge moer in het bovendeel wordt ingevoerd.
Ook heb ik de bovenbakken boven de separator wel gedeeld in 2x 5 HBK ramen. (HBK = Hoge BroedKamer ramen= dubbel honingkamer formaat 30 cm hoog).
In ieder deel van 5 ramen kwam dan een koningin voor de overwintering. (dus 3 koninginnen in 1 kast)
Nadeel van de bovenste methoden is de versnippering van de volken, die dan kleiner de winter ingaan. Tevens kost het natuurlijk meer wintervoer. In het voorjaar moet er weer verenigd worden. Kleine volkjes in houten kasten hebben natuurlijk een grotere kans om de winter niet door te komen. (minder bijen, meer voer, meer vocht, meer kans op ziekten.enzv.)
Om de bovenste redenen spreekt het MINI-PLUS systeem mij wel aan.
Vorige week ben ik op excursie geweest om de Mini's in de praktijk te bekijken, en de ervaringen met het systeem te horen. Gelijktijdig heb ik bij de plaatselijke depothouder een MINI aangeschaft.
Ik zal de werkwijze van het systeem proberen uit te leggen aan de hand van 1 MINI-PLUS eenheid.
De kastjes zijn net als de Segeberger van hard polystyreen. De Hoffman raampjes (6) zijn 218 mm x 160 mm. (raat oppervlak is 4/5 van een standaard honingkamerraam)
Het volkje wordt op 3 bakjes ingewinterd. Omdat het flink geisoleerd zit, overwinterd het vrij gemakkelijk. In het voorjaar, als het volk gaat groeien, worden er bakjes opgezet tot 6 of nog hoger. Dit afhankelijk van de volksgrote en de groei. 8/9 dagen voor de teelt moet het grootste deel van het broed boven het rooster komen om te verzegelen. Bij de aanvang van de teelt worden de bakjes afgesplitst, en gevuld met 2 raampjes gesloten broed, voldoende bijen en natuurlijk ook ruim voer. Ieder bakje krijgt een bodem en een dak, en gaat afgesloten in een koele ruimte. Een paar uur later gaat er een bijna rijpe dop in, of een rijpe moer uit de broedstoof mag de bruisende bijen rustig gaan maken. De kastjes blijven minimaal 2 nachten koel en donker staan om te harmoninseren, voor ze voor bevruchting naar een andere stand gebracht worden. Na de bevruchting kunnen de moeren worden gebruikt, of verkocht worden. Men kan de broedbakjes dan simpel met een krantje op een andere Mini zetten, of er na 8 dagen weer een nieuwe dop of jonge moer invoeren. Aan het eind van het seizoen kunnen de Mini's in hoeveelheden van 3 bakjes met een waardevolle moer klaar gemaakt worden voor de winter.
De eerste keer moeten de kastjes natuurlijk gevuld worden. Daarna kan het systeem zichzelf bedruipen, en hoef je geen bijen meer te melken bij de grote volken bij de start van de teelt.
Geen versnippering van de produktie volken meer, die dan groot kunnen blijven, en ook groot uit de winter kunnen komen. Minder verenigen in het voorjaar.
Groetjes,
Hennie Kroese
Apeldoorn.........