Aalsteren 2007; discussie pagina

[frits dalm]

Jelte pieter
ik heb het grote vermoeden dat als ik in dat
geval geen moerrooster zou gebruiken ik maar
kort twee moeren in een kast zal overhouden.


Frits

[Jelte Pieter Dijkstra]

ik heb het grote vermoeden dat als ik in dat
geval geen moerrooster zou gebruiken ik maar
kort twee moeren in een kast zal overhouden.

Lijkt mij ook, maar volgens Van Gool zijn er ook andere gevallen bekend.

jp

[Tieme]

Hallo JP,

Meer informatie over meerdere moeren in een kast vind je ook bij BIBBA. Enkele van de telers in Engeland en Ierland selecteren op stille moerwisseling, waarbij de oude moer nog een hele tijd in het volk blijft.

Tieme

[willem]

Groeneveld heb ik zo niet bij de hand, wellicht heeft hij wel de voorjaarsdracht erin op genomen.

JP
Stel je gerust, hij besteed daar wel degelijk aandacht aan maar ziet het overwinteren van 6-ramers als een noodzakelijk kwaad voor imkers met weinig volken om zo enige reserve moeren achter de hand te hebben.
Zijn leus is: STERKE VOLKEN inwinteren in 10-ramers. Hij beschrijft een methode voor een imker met 12 volken, maar het kan ook met tenminste 6 volken. Het (leer)boek behandeld het imkeren volgens de Aalster-methode, maar zodra je geen beginner meer bent en/of meerdere volken houd moet je naar wat beters.
(R.P.Groenveld in 1961, een man met visie )
Groeten, Willem

x

[Oude Essink]

Ik citeer Willem

Het (leer)boek behandeld het imkeren volgens de Aalster-methode, maar zodra je geen beginner meer bent en/of meerdere volken houd moet je naar wat beters.

Ik heb het leerboek uit 1961 er eens bij gepakt en kom niet tot de conclusie, dat Groenveld de Aalstermethode beschouwt als een methode voor beginners en dat je daarna naar wat anders uit moet zien.
Op pg 110/111, het hoofdstuk over zwermverhindering, prijst hij eerst ir.Mommers, "dat hij de imkers een practische en bovendien hoogst eenvoudige methode aan de hand heeft gedaan, die door talloze imkers onder de meest uiteenlopende omstandigheden is toeggepast en die in de praktijk haar deugdelijkheid heeft bewezen.
Vervolgens betoogt hij, nadat hij heeft opgemerkt dat al de duizenden imkers toch niet allemaal hetzelfde doen: De grote kunst van de imker bestaat daarin, dat hij in grote lijnen de methode volgt, maar dat hij in allerlei kleinigheden die methode aan zijn bijzondere omstandigheden aanpast. Dat eist een grote ervaring met de bijen en een diep inzicht in de mogelijkheden, die zijn speciale omstandigheden hem bieden."

Dit verfijnen van de methode, als je ervaren bent, is iets anders dan: naar iets beters gaan.

hennie oes

[Oude Essink]

Zo zag de zijkant van mijn stal eruit als de vegers waren gemaakt; zij vlogen af op het hoofdvolk; van roverij heb ik nooit iets gemerkt; de veger moet wel sterk zijn.de grote kast rechts heeft geen veger; daar komt een natuurzwerm af.

Ik winterde niet op zesramers in; dit is ook niet wezenlijk voor de methode; ook Groenveld raadt dat af.
.

hennie oes

[Jelte Pieter Dijkstra]

Beste Hennie en anderen,

dat is toch een verdomd mooi plaatje: de opstelling, precies volgens de Aalster methode (onderste laag) zou zo in een boekje kunnen worden opgenomen. Dat Groeneveld een man met (Friese) visie was beaam ik, echter het citaat van Hennie spreekt voor zich. Hij is trouwens heel oud geworden en enkele jaren geleden overleden. Heeft veel voor de bijenwereld betekent.

Hennie, jij vertelde dat je nu en dan terug valt op het Aalsteren. Bovendien vertel je dat je niet inwintert op de 6-ramer. Je volgt dus(deels) het lijstje met stappen wat ik eerder in deze reeks heb samengesteld. Komen jouw volken vroeg genoeg opgang om genoeg (tja is een relatief begrip)honing te halen voordat de zwermstemming begint en wanneer er dus afleggers moet worden gefabriceerd volgens de Aalster methode. Bovendien heb jij ook nog eens actief aan de bestuiving van fruit deelgenomen. Des te interessanter.

jp

[Tieme]

Hennie,

Wat is die vreemde piramidevormige korf?

Groeten,

Tieme

[kreydt]

http://www.xs4all.nl/~jtemp/charp_meth.html

kg

[Oude Essink]

wij zitten op een volgende pagina; ik herhaal derhalve de foto van mijn stal nog eens en antwoord vervolgens Tieme en JP:


De piramidekorf op de korvenetage was een eigen bouwsel geïnspireerd op de Uddelerkorf; de top van de piramide was afneembaar; op het vierkante onderstuk zaten latjes aangebracht met reepjes kunstraat, zodat de bijen vandaar haar broednest konden bouwen; daarop een moerrooster; tegen de schuine top aan de binnenzijde zat een vierkant plankje, dat ik van boven af kon losschroeven; ook onder op het plankje een voorbouwreepje was; de bedoeling was er gave raathoning mee binnen te halen. Je probeert wel eens wat; een succes is het niet geworden.

In de periode waarin ik "aalsterde" had ik de methode aan mijn doelstelling aangepast. Met goede bestuivingsvolken naar het fruit had een prioriteit boven de winst van fruithoning. na de reinigingsvlucht bracht ik betreffende volken zo spoedig mogelijk naar de wilg om ze versneld op sterkte te krijgen; daarna gingen ze de boomgaard in; als het weer meezat, plaatste ik honingkamers met kunstraat (werkt zwermverhinderend); soms kon ik slingeren, soms niet; meestal lukte het met volken in de kers. Na het fruit haalde ik de dames naar huis en maakte vegers: de situatie op de foto. De nu versterkte hoofdvolken waren voor de honingoogst bestemd (kastagne - koolzaad - distel - klaver - acacia - linde - bloemenhoning) Afhankelijk van de drachtomstandigheden bracht ik ze weg: ofwel spoedig na afnemen veger; ofwel na uitlopen tuter en breken van doppen; ofwel na de bruidsvlucht thuis. Vegers van de eerste categorie kweekte ik zo snel mogelijk op tot goede achtramers, bestemd voor bestuiving in kassen. Met het volk vóór in de stal zorgde ik steeds bevruchte jonge moerenin bevruchtingskastjes bij de hand te hebben voor geval er iets fout ging. Volken die tussentijds thuis kwamen kon ik versterken met de vegers; soms nam ik een veger mee naar het drachtgebied, waar nodig.
Einde seizoen winterde ik van de oorspronkelijke vegers achtramers in zoveel ik in het vroege voorjaar in de kasteelt nodig had, plus één. De rest werd verenigd met de oorspronkelijke hoofdvolken en ook ingewinterd. Naar de heide ging ik niet, anders zou ik een paar vegers daarvoor opgekweekt hebben. ( afhankelijk van de omstandigheden moest ik ook wel in het drachtgebied vegers maken; de vegers bleven dan ter plekke bij het hoofdvolk; toen ik een aantal van die vegers door diefstal kwijt raakte, ben ik ze toch maar mee naar huis gaan nemen; het "aalsteren" bleef dan beperkt tot het "afnemen van de veger".
Ik hoop JP, dat je zo een idee hebt. met groet,






hennie oes