Ambrosiushoeve / PPO-bijen en "ons" geld, deel 3

[henkvanderscheer]

De besteding van "ONS" geld

PPO-bijen: Onderzoekprogramma
In 2000 ging de Ambrosiushoeve als PPO-bijen op in het verzelfstandigd instituut voor plantaardig praktijkonderzoek, genaamd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO), onderdeel van Wageningen UR. Wel bleef het onderzoek naar insektenbestuiving en bijenhouderij uitgevoerd worden op de oude locatie te Hilvarenbeek en die locatie heet nu PPO sector Bijen. Bestuurlijk is het PPO ondergebracht bij Wageningen UR en heeft de georganiseerde bijenhouderij daar geen bemoeienis meer mee. Wel hebben "wij" nog bemoeienis met het onderzoekprogramma van PPO-bijen, mede omdat de bijenhouderij momenteel bijna € 35.000,-- bijdraagt aan het onderzoeksbudget. Dat geld wordt besteed aan twee projecten. Die bijdrage van de bijenhouderij vormt slechts ongeveer 7% van het totale onderzoeksbudget van PPO-bijen.
Door de verzelfstandiging moet PPO "de boer op" om aan geld te komen voor onderzoekprojecten (projectfinanciering). Met de overheid (MLNV) is afgesproken dat gedurende de eerste 5 jaar de vroegere partners hun totale bijdrage aan het onderzoek op de oude voet zullen voort zetten. De georganiseerde bijenhouderij blijft tot en met 2005 dus € 4,54 per imker betalen aan bepaalde projecten. Zo ook blijven MLNV en het Productschap voor Tuinbouw hun aandeel betalen aan bepaalde projecten. MLNV heeft beloofd haar geld voor bijenteeltonderzoek zodanig in te zetten dat daarmee ook geld van de Europese Gemeenschap (EG) kan worden gegenereerd. De EG-verordening nr. 1221/97 voorziet namelijk in de mogelijkheid om geld van de EG beschikbaar te stellen voor de bijenhouderij; per land is de hoogte van dat EG-geld gerelateerd aan het relatieve belang van de bijenhouderij binnen het Europese geheel. Dat EG-geld komt alleen beschikbaar als de nationale overheid er een zelfde hoeveelheid geld bij past en dat EG-geld plus nationale geld moet dan in overleg met de bijenhoudersorganisaties in het betreffende land worden ingezet voor de bevordering van de productie en de afzet van honing. Dat hoeft van de EG overigens geen financiering van onderzoek te zijn, maar door "onze" afspraak met MLNV over financiering van PPO-bijen wordt tot en met 2005 het geld daar wel voor ingezet. Gezien de bedoelingen van de EG (bevordering van de bijenteelt in Europa) rekenen sommige imkers dat EG-geld ook tot "ons" geld. Daarnaast haalt PPO-bijen geld binnen via contract-onderzoek bijvoorbeeld afgeloten met bestrijdingsmiddelenfirma's voor het toetsen van bestrijdingsmiddelen op (neven)effecten tegen honingbijen.

PPO-bijen: Begeleidingscommissie
MLNV heeft een begeleidingscommissie ingesteld om de voortgang te bespreken van de projecten die MLNV financiert. Die commissie komt 2x per jaar bijeen. Indachtig de voorwaarden van de EG worden ook de andere partners (het Productschap voor Tuinbouw en de Bedrijfsraad) ter bijeenkomst uitgenodigd om mee te denken over de besteding van de MLNV/EG-gelden. Namens de Bedrijfsraad wonen Dr. F.W.A. Heessen, voorzitter van de LLTB, en ondergetekende die vergaderingen bij. Om de belangen van de bijenhouderij beter te kunnen behartigen, wordt voorafgaand aan elke bijeenkomst van de begeleidingscommissie, door drie vertegenwoordigers van de Bedrijfsraad vooroverleg gehouden met de onderzoekers van PPO-bijen. Naast Dr. Heessen en ondergetekende schuift dan ook aan Ing. G.D.B. van Houwelingen, voorzitter van de ANI. Alle aspecten/projecten van het onderzoek komen dan aan bod.
MLNV vind het maar niks om te moeten betalen voor bevordering van de productie en afzet van honing, omdat economisch bezien in ons land bestuiving veel belangrijker is dan honingproductie en omdat honingproductie in ons land toch maar marginaal zal blijven in vergelijking met andere EG-landen. Binnen de EG heeft productie en afzet van honing echter een veel hogere prioriteit en dus komt het onderwerp bestuiving tot nu toe niet aan de bak wat EG-subsidie betreft. Uit bezuinigingsdrang z