Uilenspiegel / Charles de Coster

Aan het bijenhouden valt veel te beleven. Voor velen de hoofdreden om zich op deze natuurhobby te storten. Wat kun je erover vertellen.
Frans vanTongeren
Berichten: 2016
Lid geworden op: wo 29 nov 2000, 00:00
Locatie: Nederland

Uilenspiegel / Charles de Coster

Bericht door Frans vanTongeren » di 28 nov 2000, 18:54

Forumers,

Als grauwe novemberdagen passeren, is het actieve imkerseizoen voorbij. U zult wellicht blij, maar ook wat spijtig moeten vaststellen dat de vlijtige zoemertjes voorlopig geen aandacht meer vragen. Daarom zal ik trachten het imkerleed wat te verzachten door een
verhaaltje voor te lezen uit het boek van:
***
...Charles de Coster :"De legende en de heldhaftige vroolijke en roemrijke daden van Uilenspiegel en Lamme Goedzak in Vlaanderenland en Elders"...
*
Bloei- en Zomermaand waren dat jaar oprecht de maanden der bloemen. Nooit zag men, in Vlaanderen, zulke welriekende hagedoornen, in de hovingen zooveel rozen, jasmijn en kamperfoelie. Als de wind, uit Engeland waaiend, de geuren van dat bloemenland naar 't Oosten dreef, stak iedereen, en meest nog in Antwerpen, verrukt den neus omhoog, zeggende:
-Riekt gij dien goeden wind, die uit Vlaanderen waait?
Ook waren de vlijtige bijen bezig met honig uit de bloemen te zuigen, was te maken, het broedsel te verzorgen in de korven, te klein om al de zwermen te bergen. Heerlijke muziek van den arbeid onder den blauwen hemel, die schitterend den rijken bodem overdekte!
Men maakte bijenkorven van riet, stroo, wisschen, gevlochten hooi.
Mandenmakers, kuipers, stroovlechters, arbeidden van den vroegen morgen. En de kastenmakers konden bijlange het bestelde werk niet afdoen.
De zwermen bestonden uit dertig duizend werkbijen en twee duizend zevenhonderd hommels. De honigraten waren zoo lekker en van zulke zeldzame hoedanigheid, dat de deken van Damme er elf zond aan keizer Karel, als dankzegging omdat hij, door zijne ordonnantiën de Heilige Inquisitie weder ingevoerd had. Philippus at de honigraten op, maar hij had er geen genot van.
Schooiers, bedelaars, rabauwen en heel die bende luiaards, die vadsig langs de wegen slenteren en zich liever laten opknoopen dan zich aan eenigerhande bezigheid over te leveren, kwamen van heide en verre aanloopen, verlekkerd door den honiggeur. En 's nachts zwierven zij in groote menigte door velden en hoven.
Klaas had korven gemaakt om er bijenzwermen heen te lokken; eenige waren gevuld, andere nog ledig. Klaas bleef heel den nacht waken om op zijn goed te letten. Als hij moede was, zegde hij tot Uilenspiegel zijne plaats in te nemen. Deze deed het gewillig.
Nu, op een nacht dat het koel was, kroop Uilenspiegel in een ledigen korf,en gansch ineengedrongen, keek hij door de gaten. Van boven waren er twee.
Hij zou in slaap vallen, toen hij de haag hoorde kraken en de stemmen van twee manslieden, die hij voor dieven aanzag. Hij keek door een der gaten van den bijenkorf en zag, dat de beide mannen lang haar en een langen baard hadden, hoewel een lange baard te dien tijde een teeken van adel was.
Zij gingen van korf tot korf, en zoo kwamen zij aan den zijnen en hem optillende, spraken zij:
-Laten we dezen nemen; hij is de zwaarste. Vervolgens staken zij er hunne stokken onder en droegen hem mee;
Uilenspiegel vond het geenszins aangenaam, aldus in een bijenkorf vervoerd te worden. De nacht was helder en al gaande spraken de dieven geen woord.
Alle vijftig stappen bleven zij staan om adem te scheppen en zich vervolgens weder op den weg te begeven. Die vóór ging gromde van kwaadheid omdat de last zoo zwaar woog, en die van achteren, kermde weemoedig. Want in de wereld zijn twee soorten luiaards: zij, die kwaad zijn op den arbeid, en zij, die jammeren als er te werken valt.
Uilenspiegel, die niets te doen had, trok den dief, die vóór ging, bij zijn haar, en den anderen bij zijnen baard, zoodat de grommer, het spelleken moede, den janker toeschreeuwde:
-Als gij niet ophoudt, aan mijn haar te trekken, geef ik u eene smete op den kop, dat hij in uwe borstkas valt en gij door uwe ribben kunt zien, als een dief door de traliën van het Steen.
-Ik zou het niet durven doen, vriend, jammerde de janker, gij zijt het die aan mijnen baard trekt.
De grommer antwoordde:
-Ik zoek geen ongedierte in een schurftigen baard!
-Heerschap, sprak de janke

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 18 gasten