Bart de Coo schreef:
De bewering dat bijen van nature een hart-op-hartafstand van 35mm aanhouden is volgens mij onjuist. Astrid Schoots heeft daar eens over geschreven in Bijenhouden. Ze pakte gewoon een meetlint en mat de afstanden in een stuk natuurbouw onder een gaasbodem, waar de bijen waren gaan bouwen, nadat de moer de ingang van de kast niet had kunnen terugvinden na de bruidsvlucht. De uitkomsten varieerden van minder dan 35mm tot meer dan 4cm(!).
Bart de Coo
Bart, het lag iets genuanceerder.
Na mijn verhaal in Bijenhouden (juni 07) over de vele voordelen van het natuurlijke bouwen op doorgaans 35 mm, heeft Hayo Velthuis zijn meetlint gepakt en een stuk warbouw onderzocht dat onder een verhoogde lattenbodem was gebouwd (dit stuk warbouw stond in open verbinding met het broednest, maar de bijen hadden onder de bodem verder gebouwd omdat er een groot en bouwlustig volk in de kast zat).
Hayo Velthuis ontdekte dat, NAAST HET ALGEMENE UITGANGSPUNT van 35 mm, de raatafstand soms meer en soms minder is. In alle gevonden afstanden (33 >> 47 mm) lag er een piek rond 35/36 mm en een piek rond 40 mm (Bijenhouden november 07).
Deze bevindingen sluiten helemaal aan bij de logica en ervaringen rond natuurbouw: want in principe bouwen bijen hun broednest op 35 mm, maar bij de randen (waar darrenraat zit, en meer naar boven de honingopslag) kan deze afstand aanzienlijk breder worden, zodat de raten uitwaaieren aan de buitenkant.
Maar in de kern van het broednest zul je zo'n variatie niet aantreffen: denk maar aan de gave en strakke bouw van de eerste raten van een natuurzwerm. Maar aan de buitenkanten van het broednest kunnen de raatvormen dus steeds gevarieerder worden, grilliger en breder. Of zoals in het geval van onder de bodem bij Hayo: daar ontstond zelfs een wat chaotische ruimte-indeling, ook door de nieuwe aanbouw aan de latjes.
Astrid