Inderdaad Albert en wat is het resultaat : er is geen sterfte.
Men blijft er toch op wijzen dat er verschillende drachtarme periodes voorkomen en dat de voeding één van de oorzaken is daar waar sterfte optreedt. Bovendien heeft men nog steeds geen goede methode om het jaar rond het stuifmeelaanbod te evalueren. Men weet dat het nagaan van stuifmeelvoorraden alleen, daar geen ideale indicator voor is. Hier heeft men o.a. gedetailleerde gegevens over het stuifmeel voor nodig, een onderzoek dat voor onze bekendste drachtpanten dringend moet gebeuren, zoals ik al aanhaalde.
Ik geef een vb. : ik probeer elk jaar opnieuw naarstig om bijen te fotograferen op de vlier en de meidoorn die hier veel bloeit. Het lukt mij maar zeer zelden terwijl hier bijna 2 miljoen bijen van mij rondvliegen en die planten hier bij de deur staan. En zeg nu niet 'je zal het goede tijdstip of het goede weer niet gehad hebben' ik loop dikwijls ganse zonnige zondagen rond met een fototoestel. Waarom zijn er elders imkers waar de bijen daar volop op vliegen en zelfs spreken van vlier- en meidoornhoning ! Ze hebben hier op dat tijdstip gewoon betere dingen.
Uit het Waalse onderzoek leren we dat er GEEN noemenswaardige sterfte is, dan kan je daar ook geen besluit uit trekken wat de oorzaak van de sterfte zou zijn.
Omgekeerd is het echter wel interessant : ondanks aangetoonde pesticides, verschilende virussen, varroa's en neonicotics (imidacloprid in de mais), is er GEEN sterfte. Ah ja er blijkt wel genoeg stuifmeel te zijn, maar daar wil ik niet op in gaan want van voorraden alleen leer je niks.
Zoals de Nederlanders zo graag alles van Duitsland overnemen, kijken onze Waalse vrienden zo graag naar hun Franse zuiderburen waar het neonicotineverhaal zo 'hot' is. Toen uit dit rapport bleek dat waar veel, met imidacloprid behandelde, mais in de omgeving stond de bijen het zelfs beter deden, was het Waals Cari forum bijna te klein om alle reacties op te vangen.
...daar staat tegenover dat veel tuinen van bewoners van dorpen en steden en openbaar groen sterk vooruit zijn gegaan
Ik denk niet dat de situatie in Ndl anders is dan in België. De grote boerentuinen met hun verscheiden aanbod behoren al lang tot het verleden. De vele nieuwbouw die erbij komt met de bijbehorende wegen, betekent weer een hap meer uit het landschap. De bouwperceeltjes worden steeds kleiner, de tuinen al helemaal en de bewoners hebben geen tijd om het te onderhouden. Het beeld van het gemiddeld tuintje in België van een modern gezin bestaat uit klinkers, gazon en buxus. Ik denk niet dat je kan stellen dat de dichtere bewoning voor meer dracht zorgt.
De gemeenten en de staat kunnen er wel een grote rol in spelen door een bewust aanleg van de bijbehorende infrastructuur (wegen, speelveldjes,lanen...), rekening houdende met een goed stuifmeelaanbod tot laat op het jaar. De wilgenlaan, de perelarenlaan, de acacialaan, de kastanjelaan, de lindelaan, de hemelboomlaan, de bijenboomlaan enz., daarin kan wel geïnvesteerd worden en dan kan bouwen een winst opleveren voor de bijen.
Er zou geen enkele verkavelaar een vergunning mogen krijgen zonder hieraan aandacht te besteden.