imkers als natuurbeheerders?
Geplaatst: wo 03 jan 2001, 16:25
De imkerij is vanouds sterk afhankelijk geweest van cultuurlandschappen en cultuurgewassen. Al we de lijst van hoofddrachten bezien zijn de cultuurgewassen verre in de meerderheid:
mosterd en koolzaad, fruit, kastanje, acacia, linde, korenbloem, boekweit, heide. Daartegenover staat een bescheiden hoeveelheid natuurlijke hoofddrachten zoals: wilg, paardebloem, witte klaver, wilde braam, vuilboom, 'boshoning', lamsoor. Ik vergeet wel het een en ander (vul mij aan?!) maar de kern is: onze bijen zijn cultuurvolgers geworden en geen natuurbijen meer.
Des te meer spreekt dit omdat de afgelopen eeuwen en zeker de laatste decennia veel potentiële natuurlijke dracht uit het landschap is verdwenen. Dat komt niet alleen doordat na de laatste oorlog het landschap massaal op de schop is gegaan, maar vooral ook doordat juist veel wilde planten die bij massaal voorkomen een heel goede dracht kunnen vormen ook bij mensen zelf eeuwenlang zeer in trek waren. Veel wilde planten zijn uit het natuurlandschap geheel of grotendeels verdwenen doordat ze eeuwenlang geoogst werden tot ze op waren of zo weinig in getal dat het niet meer de moeite waard was. Enkele karakteristieke voorbeelden zijn per gebruiksdoel:
1. Door hoveniers en tuinbezetters: bosviooltjes, bosanemonen, verschillende soorten campanula. Het is nu nog steeds zo dat bv. bosviooltjes langs de paden waar ze zijn regelmatig worden 'uitgedund' terwijl ze midden in een (min of meer open) bosperceel tot massale representatie kunnen komen. Campanula's zijn wettelijk beschermd maar krijgen evenmin weinig kans tot een veldje uit te groeien zonder dat er voortdurend pollen verdwijnen.
2. Door kruidenzoekers: veel drachtplanten zijn uit de natuur verdwenen om hun al dan niet vermeende geneeskrachtige werking, bv. wilde marjolein, lievevrouwebedstro, helmkruid, (aarts)engelwortel, etc.. Als je die soorten weer terug brengt met hier en daar een stekje of een handje zaad blijkt dat ze zich weer massaal uitbreiden, waaruit maar weer blijkt dat die kruidenzoekers wel eeuwenlang heel goed hun best gedaan moeten hebben.
3. Voedsel en kruiden:
Veel planten hebben onze voorouders gewoon opgegeten, als groente of toekruid in sla en soep, bv. lookzonderlook in de sla, de eetbare wortels van cichorei (men zegt dat de laatste cichorei buiten de grote rivieren in de laatste oorlog is opgegaan, ook om er 'koffie' mee te branden), bosklaverzuring en knollathyrus, nagelkruid (toen de tropische kruidnagel zijn intrede deed was ie niet alleen welkom vanwege zijn veel sterkere smaak maar ook omdat de inheemse nagelkruid onderhand wel zowat op was).
4. Teruggedrongen naar moerasplaatsen: bv. valeriaan en leverkruid verheugden zich in een grote populariteit en hebben zich door de eeuwen heen teruggetrokken op zompige plaatsen waar de mens niet zo makkelijk bij kon. Het zaad verspreid zich inmiddels vandaar weer langzaam over grotere gebieden maar komt op eigen kracht niet zo makkelijk de snelweg over of naar en gebied waar het wel thuishoort maar in de buurt niet aanwezig is omdat daar niet zo'n zompig toevluchtsoord ooit was.
Jullie begrijpen al waar ik naar toe wil: niet alleen de natuur maar ook de imkers hebben er belang bij als de rijkdom aan natuurlijke drachtplanten die ons land ooit kende in versneld tempo weer terug komt.
Het werk van eeuwen van onze voorouders om de natuur leeg te halen kan in een generatie worden rechtgezet als mensen die daar belang bij hebben zoal imkers er een beetje moeite voor doen. Dat komt niet alleen ten goede aan de honingbijen maar ook aan tal van andere insecten zoals wilde bijen en vlinders, en ook aan insecten- en zaad-etende vogels. Lijkt me leuk, wat vinden jullie ervan?
Ik neem mij voor over een aantal (wilde) drachtplanten die ik zelf goed ken wat op te schrijven en zodoende ideeën uit te wisselen en ervaringen uit te delen. Zoals: Hennie wil je niet wat schrijven over je sneeuwbessen en vuilbomen?
mosterd en koolzaad, fruit, kastanje, acacia, linde, korenbloem, boekweit, heide. Daartegenover staat een bescheiden hoeveelheid natuurlijke hoofddrachten zoals: wilg, paardebloem, witte klaver, wilde braam, vuilboom, 'boshoning', lamsoor. Ik vergeet wel het een en ander (vul mij aan?!) maar de kern is: onze bijen zijn cultuurvolgers geworden en geen natuurbijen meer.
Des te meer spreekt dit omdat de afgelopen eeuwen en zeker de laatste decennia veel potentiële natuurlijke dracht uit het landschap is verdwenen. Dat komt niet alleen doordat na de laatste oorlog het landschap massaal op de schop is gegaan, maar vooral ook doordat juist veel wilde planten die bij massaal voorkomen een heel goede dracht kunnen vormen ook bij mensen zelf eeuwenlang zeer in trek waren. Veel wilde planten zijn uit het natuurlandschap geheel of grotendeels verdwenen doordat ze eeuwenlang geoogst werden tot ze op waren of zo weinig in getal dat het niet meer de moeite waard was. Enkele karakteristieke voorbeelden zijn per gebruiksdoel:
1. Door hoveniers en tuinbezetters: bosviooltjes, bosanemonen, verschillende soorten campanula. Het is nu nog steeds zo dat bv. bosviooltjes langs de paden waar ze zijn regelmatig worden 'uitgedund' terwijl ze midden in een (min of meer open) bosperceel tot massale representatie kunnen komen. Campanula's zijn wettelijk beschermd maar krijgen evenmin weinig kans tot een veldje uit te groeien zonder dat er voortdurend pollen verdwijnen.
2. Door kruidenzoekers: veel drachtplanten zijn uit de natuur verdwenen om hun al dan niet vermeende geneeskrachtige werking, bv. wilde marjolein, lievevrouwebedstro, helmkruid, (aarts)engelwortel, etc.. Als je die soorten weer terug brengt met hier en daar een stekje of een handje zaad blijkt dat ze zich weer massaal uitbreiden, waaruit maar weer blijkt dat die kruidenzoekers wel eeuwenlang heel goed hun best gedaan moeten hebben.
3. Voedsel en kruiden:
Veel planten hebben onze voorouders gewoon opgegeten, als groente of toekruid in sla en soep, bv. lookzonderlook in de sla, de eetbare wortels van cichorei (men zegt dat de laatste cichorei buiten de grote rivieren in de laatste oorlog is opgegaan, ook om er 'koffie' mee te branden), bosklaverzuring en knollathyrus, nagelkruid (toen de tropische kruidnagel zijn intrede deed was ie niet alleen welkom vanwege zijn veel sterkere smaak maar ook omdat de inheemse nagelkruid onderhand wel zowat op was).
4. Teruggedrongen naar moerasplaatsen: bv. valeriaan en leverkruid verheugden zich in een grote populariteit en hebben zich door de eeuwen heen teruggetrokken op zompige plaatsen waar de mens niet zo makkelijk bij kon. Het zaad verspreid zich inmiddels vandaar weer langzaam over grotere gebieden maar komt op eigen kracht niet zo makkelijk de snelweg over of naar en gebied waar het wel thuishoort maar in de buurt niet aanwezig is omdat daar niet zo'n zompig toevluchtsoord ooit was.
Jullie begrijpen al waar ik naar toe wil: niet alleen de natuur maar ook de imkers hebben er belang bij als de rijkdom aan natuurlijke drachtplanten die ons land ooit kende in versneld tempo weer terug komt.
Het werk van eeuwen van onze voorouders om de natuur leeg te halen kan in een generatie worden rechtgezet als mensen die daar belang bij hebben zoal imkers er een beetje moeite voor doen. Dat komt niet alleen ten goede aan de honingbijen maar ook aan tal van andere insecten zoals wilde bijen en vlinders, en ook aan insecten- en zaad-etende vogels. Lijkt me leuk, wat vinden jullie ervan?
Ik neem mij voor over een aantal (wilde) drachtplanten die ik zelf goed ken wat op te schrijven en zodoende ideeën uit te wisselen en ervaringen uit te delen. Zoals: Hennie wil je niet wat schrijven over je sneeuwbessen en vuilbomen?