Ontwikkeld in Duitsland, 1993: door Friedrich Frick, voor Nederlandse omstandigheden aangepast.
Doel het afvangen van varroamijten d.m.v. darrenbroed, raatvernieuwing, geïntegreerde koninginneteelt.
Principe De werkwijze houdt het midden tussen "Frick" (die bleek vrij intensief) en de manier van zwermverhindering zoals die gebruikt wordt bij de Aalstermethode. Voordeel is, dat dit systeem geen extra plaatsruimte vraagt op de stand. Voor het wegvangen van de mijten worden slechts kleine stukjes darrenbroed gebruikt (9,5 x 17,5 cm = ca 1100 cellen)

 

 

Benodigde materialen Dekplank met een vlieggat: de dekplank wordt aan de bovenzijde voorzien van een rand met latjes van 2 x 1 cm met uitzondering van een stukje van 10 cm aan de voorkant. Deze uitsparing dient als vlieggat.
Twee speciale ramen en 3 inzetstukken:
(zie tekening). Het inzetstuk maakt het mogelijk om met minder darrenraat te werken. Zo hoeft de imker geen hele darrenraten weg te gooien.
  Werkschema Vlieger-methode.
Het gedeelte met de oude koningin wordt hierna genoemd: de vlieger, op dit gedeelte zullen alle vliegbijen aanvliegen. Het bovendeel op de speciale plank (of separator of snelgroveboard) krijgt alle broed en bijna alle jonge bijen, hierin worden de jonge moeren gekweekt. Dit deel wordt moedervolk genoemd.
Eind maart/begin april
Wie met deze manier van varroabestrijding begint zit even met een probleem. Waar haal je uitgebouwde darrenraat vandaan? Eind maart/ begin april een raampje met darrenkunstraat (verkrijgbaar bij het bijenhuis) in het volk hangen. Dat wordt meestal snel uitgebouwd en belegd. Zodra dit gesloten is kan het schoongemaakt worden en gebruikt voor de inzetstukjes. (Er gaan 3 inzetstukken in een BK raam.) Schoonmaken door de gesloten darrenraat te ontzegelen en voorzichtig uit te kloppen. Als de schoongemaakte darrenraat onmiddellijk gebruikt wordt, is het verstandig het even in de diepvries te leggen om de achtergebleven mijten te doden. Als het wat langer uit het bijenvolk blijft moet het goed worden schoongespoeld en gedroogd omdat anders de overgebleven restanten van de larven gaan bederven.
Dag 0

Zodra het tijdstip gunstig is, wordt er een vlieger gemaakt. Neem het volk waar een vlieger van gemaakt moet worden weg van zijn plaats. Laat de bodem echter staan. Plaats hierop een broedkamer met 2 ramen voer. Hoe meer voer en stuifmeel in deze ramen hoe beter. Verder aanvullen met 7 vellen kunstraat en het raam waar het stuk uitgebouwde darrenraat in zit (werksterraat deel is ook kunstraat). Om de vlieger voldoende sterk te maken schudden we van éénderde van de ramen met broed de bijen bij de vlieger. Deze bijen kunnen de bouwactiviteit op zich nemen, de vliegbijen hoeven voor het uitbouwen van het kunstraat dan niet om te schakelen. De koningin wordt ook in deze bak gezet. Hierop komt de gewijzigde dekplank met het vlieggat voor. Daarbovenop komen de andere bakken en ramen van het oorspronkelijke volk. Alle raten worden gecontroleerd op de aanwezigheid  van doppen. Deze worden weggebroken. Het volk bovenop noemen we "het moedervolk", het onderste "de vlieger".  De koningin in de vlieger wil meteen haar legritme hervatten en kan dit alleen in de uitgebouwde darrenraat. De rest is kunstraat en moet eerst worden uitgebouwd. Daarom moeten de voerramen ook goed vol zitten, zodat daar geen plaats is er in te leggen.

Opmerking uit de praktijk. Het is gebleken dat in een aantal gevallen de vlieger dezelfde- of de volgende dag ging zwermen. De oorzaak hiervan is niet duidelijk. Om dit te voorkomen kan de vlieger een raam open broed worden meegegeven. Dit raam moet bij het doppen breken (dag 13) worden uitgehaald en bij het moedervolk worden gehangen. In de vlieger fungeert dit raam a.h.w. als vangraam (evenals het darrenraat) voor de mijten. Als het broed van dit vangraam boven uitloopt worden de mijten gepakt door de darrenraat dat daar dan is ingehangen.

Dag +10 of +13

A: Behandelen van de vlieger. Uit de vlieger wordt het inzetstuk met gesloten darrenbroed verwijderd  en vervangen door een nieuw inzetstuk met uitgebouwde darrenraat. Hiermee zijn we klaar met de varroabestrijding in de vlieger.

B: Behandelen van het moedervolk. Dit gedeelte is moerloos en heeft dus redcellen aangezet. Nu zijn er voor de imker een aantal keuze mogelijkheden:

1. Hij doet niet aan teelt en selectie en breekt op de 13e dag op de gebruikelijke manier doppen en laat de jonge moeren inlopen. Het is heel goed mogelijk dat de bijen zelf, omdat ze al hun vliegbijen aan de vlieger zijn kwijtgeraakt, na uitlopen van de eerste koningin de andere doppen afbijten, maar daar kan je niet voor 100% op vertrouwen. 2. Hij doet aan koninginnenteelt en breekt daarom op de 10e dag de redcellen weg. Het volk wordt dan voorzien van larfjes van een gewenste herkomst. Verder is er nog de mogelijkheid om op dag 20 een maagdelijke- of op dag 27 een leggende moer in te voeren. Als de imker op de 10e dag de redcellen breekt, kan het nog te vroeg zijn om voldoende gesloten darrenbroed aan te treffen. Hij zal dan enkele dagen later deze handeling moeten uitvoeren.

Dag+ 20

De oude koningin in de vlieger heeft het nieuwe inzetstuk met darrenraat belegd. Dit stuk wordt uitgenomen en in een raampje gezet en aan het moedervolk gegeven. De vlieger krijgt het derde inzetstuk met uitgebouwde darrenraat om te laten beleggen.

In het moedervolk is het broed nu bijna geheel uitgelopen en er is nog geen leggende jonge moer. De mijten zitten dus vooral op de bijen. Het inzetstuk met belegde darrenraat is het enige broed waar ze nog in kunnen gaan. Dat zullen ze massaal doen. Als de imker de bijen opnieuw doppen heeft laten uitbouwen, gaan ze soms zelfs daar in.

Dag + 27 Het laatste (darren)broed van het moedervolk is nu uitgelopen. De mijten zitten nu of op de bijen of in het inzetstuk met darrenraat. Dit laatste halen we weg en vervangen het door het stuk wat we een week eerder in de vlieger gehangen hebben. Tevens controleren we of de jonge moer al aan de leg is. Mocht dit het geval zijn dan vinden we alleen open broed. Dit moeten we verwijderen omdat anders het inzetstuk met darrenraat niet meer het enige broed is  waar de mijten in kunnen stappen. Het open broed kan aan de vlieger gegeven worden. Als de imker de bijen opnieuw larfjes heeft aangeboden of laten optrekken op 1 raam jong broed, heeft hij geen last van dit probleem.
Dag + 34

Het darrenraat inzetstuk in het moedervolk is nu gesloten en wordt verwijderd. Ook het moedervolk is nu mijtenvrij. De imker moet nu een beslissing nemen wat hij met beide volken (de vlieger en het moedervolk) wil:
a) weer verenigen.
b) apart opzetten om het aantal volken uit te breiden

Aanvullende informatie

* Als we één raampje met inzetstuk in het volk laten, kunnen we na het afsluiten van de vangperiode regelmatig gesloten darrenbroed verwijderen en blijven we mijten wegvangen.

* Omdat we nooit alle mijten uit de volken weg krijgen en er door vervliegen ook van buitenaf mijten bij kunnen komen, moeten we in augustus/september nog een keer een >varroabestrijding met mierenzuur toepassen om het aantal beschadigde winterbijen zo klein mogelijk te houden. De NassenheimerVerdünster is dan de beste bestrijdingswijze.

* Als er een goede dracht is, kan de vlieger veel honing halen. Daardoor kan er ruimtegebrek en zwermneiging ontstaan. Plaats eventueel de honingkamer van het moedervolk zonder bijen en broed op de vlieger.